Wat een eind lopen!
Van Egypte naar het land Kanaän in een grote omweg. Mijn kinderen vinden het best lachwekkend dat ik aan de keukentafel landkaartjes aan het kleuren ben. Maar gisteren bekeek er een de tekening van Mozes. Ze vroeg zich even af waarom die ‘lus’ in de reis ook alweer was, bij Kades-Barnea en zei toen: ‘Besef wat een eind deze mensen hebben gelopen!’ Grappig vond ik dat, want dat is wat je beseft door bezig te zijn met zo’n landkaart.
Jakob en Jozef in Egypte
Jakob was naar Egypte gegaan met zijn zonen en hun gezinnen. Die zonen heetten: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon, Benjamin, Dan, Naftali, Gad en Aser. In totaal waren er zeventig nakomelingen van Jakob met hem meegegaan naar Egypte. Zijn zoon Jozef woonde daar toen al. Na een tijd stierven Jozef en zijn broers, en alle mensen van die generatie. Maar hun nakomelingen kregen veel kinderen. Dat waren de Israëlieten. Er kwamen steeds meer Israëlieten, ze woonden overal in Egypte.
Exodus 1:1-7 BGT
De vorige twee tekeningen gingen over Jakob en Jozef. Jakob sterft en wordt begraven in Kanaän. Jozef blijft met zijn familie in Egypte wonen. Jozef, zijn broers en alle mensen van die generatie stierven. Hun nakomelingen kregen veel kinderen, dat waren de Israëlieten.
Toen kwam er een nieuwe farao in Egypte, die niets wist over Jozef. Hij vond dat er teveel Israëlieten in Egypte waren en wilde niet dat er nog meer bijkwamen, want hij was bang dat als er oorlog zou komen, zij mee gingen vechten met de vijanden en daarna weg konden vluchten. Dus hij liet hen werken voor hem. Hij liet zelfs alle pasgeboren jongetjes van de Israëlieten in de Nijl gooien.
Mozes in Egypte
Eén zo’n pasgeboren jongetje was Mozes. Hij werd in een mandje in de rivier de Nijl gelegd en gevonden door de dochter van de farao en woonde bij hen toen hij groot genoeg was. De Israëlieten hadden het nog steeds zwaar en moesten werken als slaven. God roept Mozes als leider om het volk Israël uit Egypte te bevrijden.
Toen hoorde God hun gekerm, en God dacht aan Zijn verbond met Abraham, met Izak en met Jakob. En God zag naar de Israëlieten om en ontfermde Zich over hen.
Exodus 2:24-25 HSV
De reis van de Israëlieten uit Egypte naar Kanaän
- Vanuit Rameses in Egypte naar Sukkoth (Exodus 12)
- Bij Pi-Hachiroth trekken ze midden door de Rode Zee (Exodus 14)
- Ze reisden verder naar de woestijn Sur (Exodus 15)
- Na 3 dagen kwamen ze bij de plaats Mara, waar bitter water zoet werd
- Elim
- Woestijn Sin
- In Rafidim klaagden de Israëlieten en vroegen Mozes waarom hij hen uit Egypte had gehaald
- Bij de berg Horeb/Sinaï geeft God hen de 10 regels en moeten ze de tabernakel maken, waar God bij hen kan wonen
- Twee jaar nadat ze uit Egypte weg waren, vertrokken ze bij de berg Sinaï. Als eerste de stammen Juda, Issachar en Zebulon. Dan de stammen van Ruben, Simeon en Gad. Daarna de stammen van Efraïm, Manasse en Benjamin en als laatste de stammen van Dan, Aser en Naftali.
- In Kibroth-Taäva kregen de Israëlieten vlees te eten en vandaar trokken ze naar Haserot
- Na een bewogen tocht door de woestijn, komen ze in Kades in de woestijn Paran. Bijna zijn ze in het land Kanaän. Twaalf mannen gaan kijken hoe het land eruit ziet. Twee van de mannen, Jozua en Kaleb zeggen de inwoners van het land Kanaän te kunnen verslaan, maar het volk klaagt en durft niet. Nu moeten ze 40 jaar lang door de woestijn trekken en niemand van deze generatie zal het land binnengaan, alleen Jozua en Kaleb.
- woestijn Sin
- Kades
- Bij de berg Hor sterft Aäron
- Richting de Schelfzee, reisden ze om het land Edom heen
- Oboth
- ruïnes van Abarim, in de woestijn die ten oosten van Moab
- beekdal van Zered
- deze kant van de Arnon, die in de woestijn [stroomt] en uit het gebied van de Amorieten komt, want de Arnon is de grens van Moab, tussen Moab en de Amorieten
- Beër
- Mattana
- Nahaliël
- Bamoth
- dal dat in het veld van Moab ligt, bij de berg Pisga. Op de top van die berg was de woestijn van Juda te zien.
- Ze mochten niet door Sichon, maar veroverden toen het hele land van de rivier de Arnon tot aan de rivier de Jabbok, de grens met de Ammonieten
- In Moab werden alle Israëlieten opnieuw geteld door Mozes en Eleazar. Het was 40 jaar nadat ze waren vertrokken uit Egypte. Mozes gaat de berg Abarim/Nebo op, waar hij het land Kanaän kan zien. Jozua krijgt de leiding over het volk. Mozes stierf in het land Moab en de Heer begroef hem in een dal, in de buurt van Beth-Peor.
- Onder leiding van Jozua steekt het volk de Jordaan over en veroveren Jericho