Persoonlijke verhalen/getuigenissen
Dit is het persoonlijke verhaal van Sonja. Omdat ik naast informatie over de NAR ook de relationele of persoonlijke kant wil laten horen. Sonja raakte in 1984 betrokken bij een gebedsgenezingsbediening. Lees over wat ze meemaakte toen ze vragen kregen en hoe er uiteindelijk ze vrede en vreugde kwam in haar leven.
Het verhaal van Sonja
Zo zegt de HEERE: Ga staan op de wegen, en zie, vraag naar de aloude paden, waar toch de goede weg is, en bewandel die. Dan zult u rust vinden voor uw ziel. Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet. (Jeremia 6:16)
In 1984 raakte ik betrokken bij een genezingsbediening, regelmatig werden er conferenties georganiseerd, maar ook losse diensten in grote zalen. De allereerste keer dat ik in een samenkomst kwam vond ik het maar raar, het was zo anders dan ik in mijn korte tijd als christen had meegemaakt, maar al snel overtuigden de leiders me dat dit allemaal Bijbels was.
Het voelde fantastisch om deel te zijn van het werk dat God hier op aarde deed. Zonden werden beleden, demonen werden uitgedreven, mensen genazen van lichamelijke ziekten, van psychische ziekten, van verslavingen en mensen kwamen tot geloof. Mensen vielen op de grond, huilden, aanbaden God met een enorm enthousiasme en/of met diep ontzag. Zo op het eerste gezicht gebeurde er veel, maar al snel bleek dat veel mensen niet genazen of alleen voor een korte tijd.
Een aantal jaar later veranderde er van alles, mensen kregen hysterische lachstuipen of werden ‘dronken’ in de Geest. Mensen kronkelden over de grond, gilden en bogen als knipmessen. Het was 1995 en de Toronto Blessing had ook deze groep bereikt. Opnieuw werd in preken uitgelegd dat dit alles Bijbels was en dat God Geest dit alles deed. Natuurlijk wist men dat dit soort manifestaties ook voorkwamen in het hindoeïsme, maar dat kon makkelijk verklaard worden. “Satan is de aap van God en hij doet na wat hij God ziet doen”.
Ik ging met een aantal mensen, leiders en medewerkers naar Toronto Airport Church in Canada om het ‘vuur’ te ontvangen en meer vuur naar Nederland te brengen.
Twee jaar later gingen mijn man en ik nog steeds van samenkomst naar samenkomst, het vuur uitdelend, het vuur ontvangend. Nieuwe wijn in nieuwe vaten. God doet iets nieuws, natuurlijk wilden wij daar deel van uitmaken. Tegelijkertijd waren we ook bang om iets te missen. We volgden een leiderschapstraining en kregen steeds meer taken in de plaatselijke gemeente.
Hoe het kwam weet ik niet meer, maar opeens viel het me op dat de Bijbel nog maar nauwelijks werd geopend. Jezus, en wat Hij voor ons had gedaan, werd nauwelijks gepredikt. Het ging over de Heilige Geest, over gaven en manifestaties, het ging over ons, over mij. De voorganger sprak een uur (regelmatig langer) enthousiast over wat er gebeurde in de wereld, maar opende de Bijbel niet. Hier en daar citeerde hij halve Bijbel verzen uit hun verband gerukt, maar meer niet.
Toen ik hem daarmee confronteerde werd hij boos, maar verder in het gesprek leek het alsof hij mijn man en mij begreep. We vroegen of we 6 weken van onze taken ontheven konden worden, zodat we de Bijbel konden lezen en tijd hadden om geloofszaken op een rijtje te zetten. Onze verwachting was dat we na 6 weken terug zouden komen, bemoedigd en bevestigd door God’s Woord. We geloofden immers dat dit alles van God was.
Hoe naïef! Ons gesprek was op vrijdag, we namen afscheid met zoenen en een omhelzing.
Op zondag ging de preek over ons en over mensen zoals wij. Mensen die kritiek hebben, mensen die alles beter denken te weten. Mensen die terug willen naar het oude, die manipuleren en zich niet onderwerpen. Uiteraard waren wij niet in de samenkomst, maar goede vrienden stuurden ons de geluidsopname. Bij navraag bleek het inderdaad over ons te gaan.De pijn van het verraad was afschuwelijk, eerst begrip en een kus als afscheid, maar dan een trap na in de preek. De pijn was zo heftig dat ik – en ik schaam me om het te zeggen – mijn voornemen om de Bijbel opnieuw te lezen en de nieuwe leer te toetsen aan de Bijbel in context, vergat.
Satan had me op een listige manier op een zijspoor gezet. Maar God liet me niet los. Een aantal jaar later zag ik door het optreden van Todd Bentley hoe ver het ‘christendom’ was afgeweken van historisch christendom, van de Bijbel. Hoe emoties en ervaringen belangrijker waren geworden dan de leer, en juist dat was wat in 1984 zo belangrijk voor me was. Ik ging op zoek naar antwoorden, wat zegt de Bijbel echt, hoe moet ik dit alles zien?Via de bediening van Justin Peters en Chris Rosebrough ontdekte ik waar het fout ging, we waren zo op zoek naar iets nieuws dat we vergaten waar het echt om ging: “Christus, die stierf voor onze zonden, zodat wij verzoend konden worden met God de Vader”. “De Heilige Geest als trooster die Jezus zou verheerlijken (Joh 16: 7-15)”.
Verheerlijkt de geest die ons laat lachen, gillen, blaffen etc Jezus? Zijn de manifestaties vol van eerbied voor de Almachtige, Schepper van hemel en aarde? Als het antwoord nee is (en dat is het) dan is de geest die deze dingen doet, niet de Heilige Geest.
Toen ik dat onder ogen durfde te zien, veranderde alles. Eindelijk kwam er vrede en vreugde, zoals Jezus heeft beloofd. Niet langer op jacht naar nieuwe ervaringen, niet langer bang om iets te missen.
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Here Jezus Christus (Romeinen 5:1)
Sonja