Troostboek
Hoofdstuk 30-33 wordt wel het troostboek van Jeremia genoemd, omdat hier de hoop centraal staat, terwijl in de rest van het boek vooral veel oordeelsprofetieën staan.
INHOUDSOPGAVE
- Hoofdstuk 30 en 31 bevatten profetieën over het heil in de toekomst.
- In hoofdstuk 32 en 33 staat het verhaal van het stuk land dat Jeremia moet kopen als symbool van de verwachting op herstel in de toekomst.
Poëzie en proza
Hoofdstuk 30 en 31 zijn geschreven in poëzie en hoofdstuk 32 en 33 in proza. In de Hebreeuwse Bijbel is dit verschil goed te zien. In de meeste Nederlandse vertalingen (behalve de Statenvertaling) van de Bijbel kun je dit zien aan de inspringingen.
Profetie voor de toekomst 📜 Jeremia 30
Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Schrijf voor u al de woorden die Ik tot u gesproken heb, in een boek.
Jeremia 30:2-3 HSV
Want zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Mijn volk, Israël en Juda, zegt de HEERE, en Ik hen zal terugbrengen naar het land dat Ik hun vaderen gegeven heb, en zij zullen het in bezit nemen.
Dan zal de HEERE, uw God, een omkeer brengen in uw gevangenschap en Zich over u ontfermen. Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen de HEERE, uw God, u verspreid had.
Deuteronomium 30:3 HSV
In Jeremia 30 verkondigt Jeremia hoop (30:1-11), genezing (30:12-17) en herbouw (30:18-24). Hij moest dit opschrijven als bewijs voor volgende generaties. God had dit al belooft in de tijd van Mozes.
Vreemden zullen zich niet meer door hem laten dienen, maar zij zullen de HEERE, hun God, dienen, en hun Koning David, Die Ik hun zal doen opstaan.
Jeremia 30:8b-9 HSV
Het volk zou geen vreemden (Egypte, Assyrië, Babel en Perzië) meer hoeven te dienen, maar zou de Koning uit het huis van David dienen. Dat is een messiaanse belofte die verwijst naar Jezus.
Terugkeer van Israël 📜 Jeremia 31
Dan zal ik voor elke stam van Israël een God zijn, dan is Israël mijn volk – spreekt de HEER.
Jeremia 31:1 NBV
Er zal geen onderscheid meer zijn tussen het Noordrijk (10 stammen) en Zuidrijk (2 stammen). In vers 15 staat dat Rachel weent over haar kinderen. Dit zijn Jozef (in het 10 stammenrijk) en Benjamin (in het tweestammenrijk Juda). Ze zijn beiden in ballingschap, maar ze zullen terugkeren.
Een nieuw verbond
Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten,
Jeremia 31:31-33 HSV
niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE.
Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn.
Het oude verbond stond op stenen tafelen, maar waren niet in het hart van de mensen. In het nieuwe verbond zou God de wet in het hart van de mensen leggen.
Dit zegt de HEER, die de zon heeft gemaakt als het licht voor de dag, de maan en sterren als de lichten voor de nacht, die de zee opzweept, zodat de golven bruisen, wiens naam is HEER van de hemelse machten:
Jeremia 31:35-36 NBV
Pas als deze orde ophoudt te bestaan – spreekt de HEER – bestaat ook Israël niet meer, is het niet meer voor altijd mijn volk.
God zal Zijn belofte aan Israël nakomen.
Jeremia koopt een stuk land 📜 Jeremia 32
Jeremia moet van de Here God een stuk land kopen. Jeremia gehoorzaamt, maar vraagt zich wel af waarom, als ze toch in ballingschap zouden gaan. Maar het kopen van het stuk land is een teken van hoop. Eens zal het volk terugkeren in het land.
Verlossing uit Babel 📜 Jeremia 33
‘Dit zegt de HEER, die de aarde heeft gemaakt, die haar heeft gevormd en gegrondvest, wiens naam is HEER:
Jeremia 33:2-3 NBV
Roep mij aan, en ik zal je antwoorden, ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn.
Jeremia begreep niet waarom hij een stuk land moest kopen en nu belooft God het volk dingen die ze niet begrijpen.
Want dit zegt de HEER: Er zal altijd een nakomeling van David op de troon van Israël zitten en er zullen altijd Levitische priesters zijn die mij dienen, die brandoffers zullen brengen, graanoffers zullen opdragen en vredeoffers zullen bereiden.’
Jeremia 33:17-18 NBV
God zou Zijn volk een koning geven uit de stam van David en er zullen altijd Levitische priesters Hem dienen. In het Nieuwe Testament lezen we over Jezus Christus. Hij is onze Hogepriester en Hij zal op een dat op de troon van David zitten.