Indeling van de Romeinen-brief
De brief van Paulus aan de Romeinen kan ingedeeld worden in vier gedeeltes. Inmiddels ben ik bij het tweede gedeelte, hoofdstuk 5 tot en met 8. Deze gaan over de zekerheid van onze redding, de dood en het leven, de bevrijding van onze zonden en de Heilige Geest door Wie we ons als christen laten leiden.
- Romeinen 1-4 Het evangelie van zonde en genade en geloof
- Romeinen 5-8 Hoop als gevolg van de rechtvaardiging door geloof
- Romeinen 9-11 Het evangelie vervult Gods belofte aan Israël
- Romeinen 12-16 De praktijk van het leven als christen
BibleProject – Roman 5-16
Crosspaint – Romans 5-6 in a Nutshell – The New Life
Romeinen 5
In Romeinen 5 legt Paulus uit wat het betekent om gerechtvaardigd te zijn door het geloof in Jezus.
Vers 1 Wij dan, gerechtvaardigd uit [het] geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus (HSV).
We leven niet meer in vijandschap met God.
Vers 2 Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God (HSV).
Op de laatste dag zullen christenen verheerlijkt en vervolmaakt worden.
Vers 3-4 En [dat] niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop (HSV).
Gelovigen verheugen zich ook in de huidige verdrukkingen, omdat deze hen steeds meer op Jezus laten lijken.
Vers 5 En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is (HSV).
Hoop is in de Bijbel de zekerheid van iets wat (nog) onzichtbaar is. Zo bleef Abraham hopen op een groot nageslacht.
Vers 6-8 Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven. Want bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede [mens] te sterven. God echter bevestigt Zijn liefde voor ons [daarin] dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren (HSV).
De liefde van God is zo groot. Jezus Christus is niet gestorven voor rechtvaardigen en goede mensen, maar voor zwakken, goddelozen, zondaren en vijanden.
Vers 9 Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn.
Vers 10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven, omdat wij verzoend zijn.
Vers 11 En [dit] niet alleen, maar wij roemen ook in God, door onze Heere Jezus Christus, door Wie wij nu de verzoening ontvangen hebben.
Vers 12 Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben (HSV).
Adam vertegenwoordigt de mens die gezondigd heeft, en Jezus is de nieuwe Adam, die nooit gezondigd heeft. Hij vertegenwoordigt alle gelovigen die hun vertrouwen op Hem stellen.
Vers 13 Want totdat de wet [er kwam], was er [wel] zonde in de wereld. Zonde wordt echter niet toegerekend als er geen wet is.
Vers 14 Toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes toe, ook over hen die niet gezondigd hadden met eenzelfde overtreding als Adam, die een voorbeeld is van Hem Die komen zou.
Vers 15 Maar [het is] met de genadegave niet zoals met de overtreding. Want als door de overtreding van de ene velen gestorven zijn, veel meer is de genade van God en de gave door [de] genade die er is door de ene mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen.
Vers 16 En [het is met] de gave niet zoals [het was] door de ene die zondigde. Want de veroordeling [leidde] ten gevolge van één [overtreding] wel tot verdoemenis, maar de genadegave bij vele overtredingen tot rechtvaardiging.
Vers 17 Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, [namelijk] Jezus Christus.
Vers 18 Zoals dus door één overtreding [de schuld gekomen is] over alle mensen tot verdoemenis, zo [komt] ook door één rechtvaardigheid [de genade] over alle mensen tot rechtvaardiging van [het] leven.
Vers 19 Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden.
Vers 20 De wet echter kwam er nog bij opdat de overtreding zou toenemen, maar waar de zonde is toegenomen, [daar] is de genade meer dan overvloedig geweest,
Vers 21 opdat, evenals de zonde geregeerd heeft tot de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere (HSV).
De zonde was al in de wereld, voordat de wet van Mozes er was. De mensen werden er ook op geoordeeld, kijk maar naar de zondvloed. Door de wet werd de zonde duidelijker zichtbaar. Israël en de heidenvolken konden nu zien wat ze fout deden. Daardoor is de genade van God ook groter en duidelijker geworden.
Opwekking 726 – Anker in de tijd (Romeinen 5:1-12)
Romeinen 6
In Romeinen 6 en 7 behandelt Paulus twee problemen die zowel Joden als heidenen met het evangelie hebben. Heidenen neigen sneller naar losbandigheid en Joden gingen eerder terug naar het wetticisme. Het is niet de bedoeling om bewust meer te gaan zondigen, zodat er ook meer genade van God is!
Vers 19 Want zoals u uw leden beschikbaar gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de [ene] wetteloosheid tot de [andere] wetteloosheid, stel zo nu uw leden beschikbaar ten dienste van de gerechtigheid, tot heiliging.
Vers 22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, [die] tot heiliging [leidt], met als einde eeuwig leven (HSV).
Onze opdracht is onszelf in dienst van God te stellen in plaats van in dienst van de zonde, dus niet zondigen, maar God gehoorzamen. Door genade zullen we dan eeuwig leven.
Romans 7 in a Nutshell – WHO AM I?
Romeinen 7
Met het voorbeeld van een huwelijk maakt Paulus in vers 1 – 6 duidelijk dat de wet niet meer geldt, als we met Christus zijn gestorven. Onze status in Christus is: dood voor de zonde en levend voor God.
In de rest van hoofdstuk 7 legt Paulus uit dat de wet zelf goed is en dat de fout bij de zonde ligt. God gaf de wet om te laten zien wat heilig, rechtvaardig en goed was. Maar de wet zelf leidde niet tot het leven, omdat de zonde misbruik maakte van de wet.
De ‘ik’ in Romeinen 7
Vers 14 Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
Vers 15 Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik.
Vers 16 En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is.
Vers 17 Nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbreng, maar de zonde die in mij woont.
Vers 18 Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is [er] bij mij [wel], maar het goede teweegbrengen, dat vind ik niet.
Vers 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
Vers 20 Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng Ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont.
Vers 21 Ik ontdek dus deze wet [in mij]: als ik het goede wil doen, is het kwade dicht bij mij.
Vers 22 Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God.
Vers 23 Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is.
Vers 24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?
Vers 25 Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere (HSV).
Er zijn diverse meningen/visies over wie de ‘ik’ is hier, wie Paulus beschrijft:
- Paulus, in zijn vroegere leven onder de wet, of een mens voor zijn bekering, een ongelovige. Een argument hiervoor is de suggestie dat de tegenwoordige tijd de geestelijke staat van Paulus aangeeft toen hij onbekeerd was.
- Paulus, over zijn leven als christen of een mens na zijn bekering, een gelovige die met vallen en opstaan zijn leven leidt, met als doel de situatie in Romeinen 8. Een argument hiervoor is het feit dat christenen reeds gerechtvaardigd zijn in Christus, maar nog niet volmaakt tot de dag van de verlossing.
- Het Joodse volk, onder de wet, zonder Christus. Een argument hiervoor is dat er veel overeenkomsten zijn met Paulus’ beschrijving van het Joodse volk in Romeinen 2:17-24.
Crosspaint – Romans 8 – Justification of the Spirit
Romeinen 8 – Leven door de Geest
Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld (Romeinen 8:1 NBV)
God verbergt de zonde niet, maar heeft afgerekend met de zonde en bevrijdt christenen van de zonde. Omdat een christen veranderd door de kracht van de Heilige Geest is hij wel in staat om te doen wat de wet van God vraagt.
Een christen wordt geleidt door de Heilige Geest en niet door zijn eigen wil. Al hebben we tegelijkertijd ook onze eigen verantwoordelijkheid om onze zondige wil te doden.
Romeinen 8 gaat ook over de verwachting die christenen mogen hebben. Nu is het leven vaak nog moeilijk, maar we houden vol.
Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 8:38-39 HSV).
Bach – Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ
Jezus leeft en ik met Hem – Kees Kraayenoord
Literatuur
- StudieBijbel online
- StudieBijbel in Herziene Statenvertaling
- Rondreis door de Bijbel
- In Ontmoeting met het Nieuwe Testament
- Sleutels tot de Bijbel – David Pawson
- Kennismaking met het Nieuwe Testament – Stephen Motyer
- De Bijbel voor iedereen – Age Romkes & Pieter Siebesma
- Samenvatting ETS
- PowerPoint ETS
- ETS online