Derde Pinksterdag
Het kan nog nét op Pinksteren dacht ik, Handelingen 2 lezen op tweede Pinksterdag. Maar het werd iets later. Dat komt onder andere, omdat ik ook bezig was met een ander blogje. Nou ja, dan deze maar op derde Pinksterdag. Ik vond het leuk om heel hoofdstuk 2 van Handelingen te lezen, met uitleg uit de studiebijbel erbij.
Handelingen 2 (NBV21)
Vers 1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar.
Het Nederlandse woord Pinksteren komt van het Griekse pentēkostē (vijftigste). Het was vijftig dagen na Pesach en dan werd het wekenfeest gevierd door de Joden. De twaalf discipelen, de broers van Jezus en de vrouwen waren bij elkaar.
Vers 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde.
Vers 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten,
Vers 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
Toen werden allen (waarschijnlijk de 120 mensen in de bovenzaal) vervuld met de Heilige Geest.
Vers 5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde.
Vers 6 Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring doordat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken.
Vers 7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken?
Vers 8 Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen?
Vers 9 Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia,
Vers 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, inwoners van Rome die zich hier gevestigd hebben,
Vers 11 en ook mensen uit Kreta en Arabië, zowel Joden als proselieten – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’
Vanwege het wekenfeest waren er veel Joden in de stad uit alle delen van de wereld, die allemaal een eigen taal spraken. God wilde dat alle volken over Hem zouden horen. Vandaar dat alle Joden toen de discipelen hoorden praten in hun eígen taal. Dat was nodig, want Petrus gaat hen straks vertellen over Jezus.
Vers 12 Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’
Vers 13 Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’
Vers 14 Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte.
Vers 15 Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang.
Vers 16 Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël:
Vers 17 “Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen.
Vers 18 Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren.
Vers 19 Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook.
Vers 20 De zon verandert in duisternis en de maan in bloed voordat de dag van de Heer komt, groot en ontzagwekkend.
Vers 21 Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”
De mensen die de discipelen hoorden praten waren in de war en sommigen zeiden spottend dat ze vast dronken waren. Dan legt Petrus uit, dat wat er gebeurd al is aangekondigd door de profeet Joël, dat ieder die op de dag van de Heer, Hem aanroept zal gered worden. Het einde der tijden (of de laatste dagen), begon met Pinksteren en duurt tot de wederkomst van Jezus Christus.
Vers 22 Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus van Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht.
Vers 23 Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door goddelozen laten kruisigen en doden.
Vers 24 God heeft Hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van Hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over Hem niet behouden.
Hier begint Petrus zijn eerste toespraak over Jezus. De HSV-Studiebijbel benoemt Gods soevereine oppermacht als het gaat over de dood van Jezus, maar ook de verantwoordelijkheid van de Joden en de Romeinse soldaten.
Vers 25 David zegt immers over Hem: “Steeds houd ik de Heer voor ogen, Hij is aan mijn zijde, ik wankel niet.
Vers 26 Daarom verheugt zich mijn hart en jubelt mijn tong van blijdschap. Vervuld van hoop rust mijn lichaam,
Vers 27 want U zult mij niet overleveren aan het dodenrijk en het lichaam van uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.
Vers 28 U hebt mij de weg naar het leven getoond, uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.”
Vers 29 Volksgenoten, u zult mij wel toestaan dat ik over de aartsvader David zeg dat hij gestorven en begraven is; zijn graf bevindt zich immers nog steeds hier.
Vers 30 Maar omdat hij een profeet was en wist dat God hem onder ede beloofd had dat een van zijn nakomelingen zijn troon zou bestijgen,
Vers 31 heeft hij de opstanding van de messias voorzien en gezegd dat deze niet aan het dodenrijk zou worden overgeleverd en dat zijn lichaam niet tot ontbinding zou overgaan.
Vers 32 Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen.
Vers 33 Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest ontvangen, zoals beloofd was. Die Geest heeft Hij over ons uitgegoten, en dat is wat u ziet en hoort.
Vers 34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand,
Vers 35 tot Ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.’”
Vers 36 Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.’
Petrus citeert hier uit Psalm 16, van David. David is niet naar de hemel opgestaan, maar sprak over de Messias. Jezus, Die is gekruisigd, was en is God.
Vers 37 Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’
Vers 38 Petrus antwoordde: ‘Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden,
Vers 39 want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’
De mensen beseften wat ze gedaan hadden en toonden berouw. Oftewel, de Heilige Geest overtuigde hen van hun zonde. Ze bekeerden zich, lieten zich dopen en werden vervuld met de Heilige Geest. De belofte van de Heilige Geest was niet alleen voor hen, de Joden die aanwezig waren op de Pinksterdag, maar ook voor hen ver weg en voor de heidenen.
Vers 40 En met nog veel meer woorden legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit deze verdorven generatie!’
Vers 41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend.
Vers 42 Ze wijdden zich trouw aan het onderricht dat de apostelen gaven, aan de onderlinge gemeenschap, het breken van het brood en het gebed.
Vers 43 De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag.
Vers 44 Allen die tot geloof gekomen waren, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk.
Vers 45 Ze verkochten hun eigendommen en bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden.
Vers 46 Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde.
Vers 47 Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit; steeds meer mensen werden gered.
Drieduizend mensen kwamen tot geloof in Jezus en er volgden er nog veel meer.
soms verlang ik naar het moment dat er 3000 of meer mensen tot geloof komen door het simpele getuigenis van ons christenen. Vaak denk ik hoe het toch zou zijn als de Heilige Geest zich zo machtig manifesteert in ons dat mensen in hun eigen taal zullen horen hoe groot en almachtig God is, Poolse mensen , Roemeense , Turkse , Marokkaanse , mensen uit Afrika ect, dat de Geest hun hart aanraakt en zij tot geloof komen en tot redding en erkennen dat Jezus Christus is Heer.
wat zou dit zijn op de derde of vierde pinkster dag, wat zou het zijn als wij niet meer bezig zijn met ons eigen behoefte , beleving , verlangen naar wonderen en tekenen , ons eigen bubbel , wat zou het zijn als het daar niet meer om gaat , maar dat aanbidding alleen maar gaat om de Here Jezus zelf. Zou dan Jezus spoedig terug komen en wij Hem ontmoeten in de lucht en voor altijd bij Hem zijn Onze Koning en Heer.
Zijn wij er klaar voor om Hem te ontmoeten ook vandaag , elk uur en moment? wat zou het zijn als die verschillende kerken met hun eigen bubbel zouden ophouden met bestaan en het alleen puur om de Here Jezus Christus gaat , wat zou dit een machtig getuigenis zijn voor deze wereld , een getuigenis dat Jezus leeft en spoedig komt , zijn voetstappen zijn al hoorbaar, Maranatha , kom Here Jezus , kom spoedig.