Inleiding
Toen ik wilde gaan schrijven over de 1e en 2e brief van Petrus bedacht ik al snel dat het belangrijk is om eerst iets meer over Petrus te weten. Dan zijn de brieven beter te begrijpen. Vandaar, eerste een blogje over Petrus.
De naam Petrus
De oorspronkelijke naar van Petrus is de Hebreeuwse naam Symeon of Simeon.
Simeon heeft verteld hoe God voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit [hen] een volk aan te nemen.
Handelingen 15:14 HSV
Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus:
2 Petrus 1:1 HSV
Jezus noemde hem Kefas, in het Grieks vertaald met Petrus. Dit betekent rots.
En hij leidde hem tot Jezus. Jezus keek hem aan en zei: U bent Simon, de zoon van Jona; u zult Kefas genoemd worden, wat vertaald wordt [met] Petrus.
Johannes 1:43 HSV
Hebben wij niet het recht om een zuster als vrouw mee te nemen, zoals ook de andere apostelen, en de broers van de Heere, en Kefas?
1 Korinthe 9:5 HSV
En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.
Mattheüs 16:18 HSV
Familie
Petrus is de zoon van Jona. Hij en zijn broers Andreas en Philippus groeiden op in Bethsaïda, aan de kust van Galilea. Andreas is Jezus gevolgd, nadat Johannes over Hem had verteld, en heeft toen zijn broer Simon Petrus voorgesteld aan Jezus. Petrus en Andreas waren vissers en werkten samen met andere visser, Johannes en Jacobus. Later zijn Petrus en Andreas verhuisd naar Kapernaum. In 1 Korinthe 9:5 lezen we dat Petrus getrouwd was. In Markus 1:29-30 wordt zijn schoonmoeder genoemd.
En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u [dat] niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Mattheüs 16:17 HSV
Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van de twee die het van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren.
Johannes 1:41-43 HSV
Deze vond als eerste zijn eigen broer Simon en zei tegen hem: Wij hebben de Messias gevonden, wat vertaald wordt als de Christus.
En hij leidde hem tot Jezus. Jezus keek hem aan en zei: U bent Simon, de zoon van Jona; u zult Kefas genoemd worden, wat vertaald wordt [met] Petrus.
Discipel van Jezus
Petrus was één van de twaalf apostelen van Jezus: Simon Petrus, Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, Tomas, Matteüs, Jakobus, Taddeüs, Simon Kananeüs en Judas.
Petrus was één van de drie discipelen die het dicht bij Jezus stonden. Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas worden vaak samen genoemd in de evangeliën:
- Petrus en Andreas worden als eerste geroepen door Jezus om Hem te volgen
- Petrus, Jakobus en Johannes mogen met Jezus binnen in het huis van Jaïrus
- Petrus, Jakobus en Johannes zijn de verheerlijking van Jezus op de berg
- Petrus, Jakobus en Johannes zijn bij Jezus in de tuin van Gethsemane
In deze groep, maar ook in die van de discipelen valt Petrus op, zoals bijvoorbeeld bij de wonderbare visvangst, of het lopen op het water. Petrus is ook degene die altijd de vragen stelt aan Jezus, vaak ook namens de andere discipelen.
De zwakke kant van Petrus was zijn wispelturigheid en soms lafheid. Toen hij Jezus op het water zag lopen, stapte hij uit de boot en liep haar Hem toe. In een opwelling sloeg hij ook het rechteroor van de soldaat eraf. Tijdens het verhoor van Jezus door de Joodse Raad ontkende Petrus tot drie keer toe dat hij Jezus kende en bij Hem hoorde.
Apostel van Jezus
Petrus heeft Jezus drie keer verloochend. Later laat Jezus hem drie keer zeggen dat hij van Hem houdt en bevestigd hem dan in zijn bediening.
Toen zij dan de middagmaaltijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, [zoon] van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren.
Johannes 21:15-17 HSV
Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, [zoon] van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Hoed Mijn schapen.
Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, [zoon] van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen.
Het eerste deel van van Handelingen gaat het over Petrus. Hij is ook steeds de woordvoerder van de apostelen. Hij spreekt in de bovenzaal in Jeruzalem, houdt op de Pinksterdag zijn eerste preek over Jezus, waarbij 3000 mensen tot geloof in Jezus komen. Later bezocht Petrus vanuit Jeruzalem ook andere gemeenten. Hij ging naar Lydda en naar Joppe. In Handelingen 12 lezen we dat Petrus door koning Herodus gevangen wordt genomen, maar op een wonderlijke manier ook weer wordt bevrijdt uit de gevangenis. Daarna vertrok Petrus uit Jeruzalem, waarschijnlijk omdat het voor hem niet veilig meer was daar. Hij komt nog wel terug in Jeruzalem, maar trekt vooral rond om de Joden het evangelie te verkondigen.
De dood van Petrus
Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt.
Johannes 21:18,19 HSV
En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood hij God verheerlijken zou. En nadat Hij dit gezegd had, zei Hij tegen hem: Volg Mij!
Simon Petrus zei tegen Hem: Heere, waar gaat U heen? Jezus antwoordde hem: Waar Ik heenga, kunt u Mij nu niet volgen, maar u zult Mij later volgen.
Johannes 13:37 HSV
omdat ik weet dat het afbreken van mijn tent nu snel zal plaatsvinden, zoals onze Heere Jezus Christus mij ook duidelijk heeft gemaakt.
2 Petrus 1:14 HSV
In de Bijbel lezen we niets over de dood van Petrus, maar wel een voorspelling van Jezus over hoe Petrus zou sterven. In de kerkgeschiedenis van Eusebius staat dat tijdens het bewind van keizer Nero, Paulus is onthoofd en Petrus in diezelfde tijd is gekruisigd.
Het was Nero dus, die zich openlijk presenteerde als de voornaamste vijand van God; eerst begon hij met de moord op de apostelen.
Eusebius’ Kerkgeschiedenis – 2.25.5
Men zegt, dat Paulus tijdens Nero’s bewind te Rome werd onthoofd en dat Petrus in diezelfde tijd werd gekruisigd.
De juistheid van dat gegeven wordt bekrachtigd door het feit dat de namen van Paulus en Petrus tot vandaag te zien zijn op de begraafplaatsen van die stad.
tenslotte kwam hij in Rome terecht waar hij met zijn hoofd naar beneden gekruisigd werd; zo leed hij net zoals hij zelf gevraagd had.
Eusebius’ Kerkgeschiedenis – 3.1.2
Tijdlijn
Als laatste een tijdlijn van het leven van Petrus, overgenomen uit de HSV-Studiebijbel.