Oude Testament
De Vroege Kerk had geen Bijbel zoals wij die nu hebben. Het Nieuwe Testament zoals wij dat nu kennen was er nog niet. Ze hadden het Oude Testament en dat werd gelezen en uitgelegd door de apostelen. Ze legden het Oude Testament uit met de kennis die ze hadden van het evangelie van Jezus Christus.
Mondelinge en schriftelijke overlevering
Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief.
2 Thessalonicenzen 2:15 HSV
Deze uitleg of het onderwijs van de apostelen wordt ook wel overlevering van de leer genoemd. In het begin werd dit alleen mondeling gedaan. Later kwamen de brieven van Paulus en de evangeliën erbij. De schriftelijke overlevering was toen alleen nog ter ondersteuning van de mondelinge overlevering. In de tweede eeuw werd de schriftelijke overlevering belangrijker en begon het Nieuwe Testament te ontstaan.
De Canon van het Nieuwe Testament
Welke brieven of overlevering moest nu in het Nieuwe Testament komen en wie bepaalde dit? Er waren heel veel christelijke boeken en maar ook gnostische geschriften. Welke boeken waren gezaghebbend en welke niet? Van de 27 boeken van het Nieuwe Testament zijn er zeven waarover tot in de vierde eeuw discussie is geweest: Hebreeën, Jakobus, 2 Petrus, 2 en 3 Johannes, Judas en Openbaring. Marcion bijvoorbeeld stichtte rond 150 na Christus zijn eigen kerk. Hij had niets met de Joden en niets met de God van de Joden uit het Oude Testament. Het Oude Testament was voor hem niet gezaghebbend, maar alleen het evangelie van Lucas en vier brieven van Paulus.
Voorwaarden voor de boeken die gezaghebbend waren en daarom in het Nieuwe Testament kwamen waren:
- Geschreven door een apostel of een medewerker van een apostel
- Geschreven vóór 100 na Christus en historisch betrouwbaar
- De inhoud moest overeenstemmen met de leer van de apostelen
Het heeft een paar eeuwen geduurd voordat het Nieuwe Testament af of compleet was. Kerkvader Athanasius van Alexandrië was de eerste die de 27 boeken (Mattheüs tot Openbaring) noemt in zijn paasbrief, in het jaar 367. Deze 27 boeken worden ook wel de Canon genoemd. Het woord ‘canon’ komt van 2 Korinthe 10:13. Kanōn betekent maatstaf, richtsnoer of regel.
Wij echter zullen niet onbegrensd roemen, maar overeenkomstig de grens van wat God ons toebedeeld heeft, om ook u te bereiken.
2 Korinthe 10:13 HSV
Deuterocanonieke boeken
Sommige boeken kwamen niet in het Nieuwe Testament, maar zijn wel geschreven in de eerste eeuwen, door een apostel. Deze boeken worden geen canonieke boeken genoemd, want ze horen niet bij de Canon. Ze worden in de Rooms Katholieke kerk, Deuterocanonieke boeken genoemd. Deutero komt van het Griekse woord deuteros, wat tweede betekent. In de Protestantse kerk worden deze boeken vaak de apocriefe boeken genoemd. Apocrief betekent verborgen. Dit zijn de deuterocanonieke boeken:
- Tobit
- Judit
- Ester (Grieks)
- 1 Makkabeeën
- 2 Makkabeeën
- Wijsheid
- Wijsheid van Jezus Sirach
- Baruch (inclusief de Brief van Jeremia)
- Daniël (Grieks)
Omdat ik toch wel nieuwsgierig ben naar deze boeken heb ik de NBV21 mét deuterocanonieke boeken gekocht vorige week.
Bronnen
- Uitgelichte afbeelding: Pixabay
- Almatine Leene – Kerkgeschiedenis voor iedereen – Weten waar je vandaan komt
- N. Witkamp, M.A. van Willigen – Door Christus aangesproken – Een ontmoeting met de Vroege Kerk
- StudieBijbel Online
- IBB – De canon van het Nieuwe Testament
- Koen Brinkman – De Canon van het Nieuwe Testament
- Christipedia – Canon van de Bijbel
- Wikipedia – Canonvorming van het Nieuwe Testament
- deBijbel.nl – deuterocanonieke boeken