JOZUA

Schrijver en tijd van ontstaan
Jozua betekent ‘God redt’.
De schrijver wordt niet genoemd in het Bijbelboek. Wel blijkt uit twee teksten uit het boek dat het voor een groot deel door Jozua is geschreven, gebaseerd op verslagen van ooggetuigen en kreeg zijn huidige vorm in de tijd van Salomo.
Vervolgens schreef hij daar op stenen een afschrift van de wet van Mozes, die hij geschreven heeft voor de ogen van de Israëlieten
Jozua 8:32 HSV
Jozua schreef deze woorden in het wetboek van God
Jozua 24:26 HSV
Bible Project – Joshua
Achtergrond
De 5 boeken van Mozes (Genesis, Exodus, Leviticus, Deuteronomium en Numeri) vormen de Thora, het centrum van het Woord van God, die de Israëlieten leerde hoe ze moesten leven.
De historische boeken geven aan hoe ze met de wet van God zijn omgegaan. In de wijsheidsboeken staat hoe ze de wet hebben doordacht en de profeten riepen de Israëlieten terug naar de Thora. Het Bijbelboek Jozua is een vervolg op Deuteronomium. Mozes is gestorven, net voor de intocht in Kanaän. Jozua is de nieuwe leider van het volk.
Waarschijnlijk is het boek Jozua al in de tijd van David geschreven:
- In Jozua 15:63 staat dat de Jebusieten tot op de huidige dag in Jeruzalem wonen. Jeruzalem was dus nog niet veroverd (door David rond het jaar 1000 voor Christus).
- In Jozua 16:10 staat dat de Kanaänieten nog in Gezer wonen. Uit 1 Koningen 9:16 blijkt dat dit duurde tot de tijd van Salomo, de zoon van David.
Indeling
Binnentrekken van het beloofde land | Jozua 1:1 tot 5:12 |
Verovering van het beloofde land | Jozua 5:13 tot 12:24 |
Verdeling van het beloofde land | Jozua 13:1 tot 21:45 |
Toewijding van God in het beloofde land | Jozua 22:1 tot 24:33 |
Het binnentrekken van het beloofde land 📜 Jozua 1:1 tot 5:12
Jozua is de nieuwe leider van het volk en God bemoedigd hem. Drie keer is er de aansporing om sterk en moedig te zijn.
Rachab
Jozua zorgt ervoor dat het volk Israël zich voorbereidt op het binnentrekken van het land. Jozua stuurt eerste twee spionnen naar Jericho. Rachab verstopt hen op het dak van haar huis, zodat ze niet gearresteerd worden. Zij en haar volk zijn ervan overtuigd dat Israël hen zal verslaan. Rachab en haar familie worden bij de verovering van Jericho gered en Rachab wordt in Mattheüs 1:5 genoemd in het geslachtsregister van Jezus. In Hebreeën 11:31 wordt Rachab gerekend bij de geloofshelden en in Jacobus 2:25 wordt ze genoemd als voorbeeld van iemand bij wie het geloof uit de daden blijkt.
Door de Jordaan
God leidt het volk door een wonder door de Jordaan. De priesters tillen de ark op en lopen voor het volk, het water in en de Jordaan valt droog. Twaalf mannen, één uit iedere stam, krijgen de opdracht een steen uit de rivierbedding te pakken. Die moeten ze meenemen het kamp in. De twaalf stenen zijn een blijvend gedenkteken voor de volgende generaties.
Tijdens de woestijnreis heeft de besnijdenis, het teken van Gods verbond met Abraham, niet plaatsgevonden. Daarom wordt vlak voor de verovering van Jericho elke nog niet besneden Israëliet alsnog besneden. Het Pascha wordt gevierd. God liet ook geen manna meer regenen. Ze waren nu aangekomen in het vruchtbare land Kanaän, dat ‘overvloeide van melk en honing’ en ze hadden geen manna meer nodig.
De verovering van het beloofde land 📜 Jozua 5:13 tot 12:24
Israël behaalt de overwinning door te gehoorzamen en 7 dagen lang zwijgend rond de stad te lopen en op het aangegeven moment te juichen. Jericho en zijn rijkdommen waren voor de Heer bestemd, maar één van hen, Achan had toch iets meegenomen. Daardoor werden ze verslagen door Ai. Achan en zijn gezin worden omgebracht. Omdat hij tegen God gezondigd had, terwijl hij ook de wonderen van de overtocht over de Jordaan en de verovering van Jericho had meegemaakt. Later werd Ai alsnog veroverd en verwoest door de Israëlieten. Daarna vindt de ceromonie plaats op de berg Ebal en de berg Gerizim, zoals die in Deuteronomium 27 was geboden.
List van de Gibeonieten
De Gibeonieten, een groepje stammen binnen het land Kanaän beseften dat ze het niet konden winnen van een aanval van de Israëlieten. Ze bedenken een list. Doen zich voor als een volk uit een ver land en vroegen om bescherming. Israël geloofden het op hun woord en vroegen de Heer niet om raad. Ze sluiten een verbond met hen en mogen hen niet eer uitroeien overeenkomstig het gebod van God. De gevolgen zijn dat ze voortaan moeten leven in de aanwezigheid van de Kanaänieten, die hen tot afgoderij kunnen verleiden.
In Jozua 10 werd het zuiden van Kanaän verslagen, door een groot wonder van God. De zon bleef stilstaan, waardoor ze de vijand konden verslaan. De meningen zijn verdeeld over wat er precies is gebeurd. Jozua 11 beschrijft de overwinning van het noorden. In hoofdstuk 12 werden grote legers van de Kanaänieten verslagen en een aantal steden veroverd. Sommige steden bleven wel in de handen van de Kanaänieten. De Enakieten waar de twaalf verspieders bang voor waren in Numeri 13 werden nu ook verslagen.
De verdeling van het beloofde land 📜 Jozua 13:1 tot 21:45
Jozua krijgt aan het eind van zijn leven de opdracht van God om het land Kanaän, ook de nog niet veroverde steden en gebieden, te verdelen. Hij doet dit door het werpen van het lot, zoals de HEER dat had opgedragen aan Mozes. Kaleb en Jozua, de twee nog levende verspieders, krijgen elk een eigen stad. Nadat Kaleb Hebron veroverd heeft, trekt hij ook op tegen Debir. Hij belooft dat degene die Kirjat-Sefer inneemt, mag trouwen met zijn dochter Achsa. Otniël is de gelukkige. Achsa spoort hem aan een vruchtbaar stuk land te vragen aan Kaleb. En omdat zij dor, kurkdroog land gekregen heeft en zoet water van levensbelang is, vraagt zij om waterbronnen, waarop Kaleb die haar geeft.
De tabernakel komt in het centraal gelegen Silo. Diverste stammen konden of wilden de andere stammen niet veroveren. De Israëlieten accepteerden veel religieuze praktijken van deze volken en dat is later in de tijd van Richteren mede oorzaak van de problemen.
Vrijsteden
Er waren zes speciale vrijsteden; drie aan elke kant van de Jordaan. Daar konden mensen die ongewild schuldig waren aan doodslag naartoe vluchten om veilig te zijn voor achtervolgers die wraak wilden nemen.
Levieten
De Levieten kregen geen eigen stuk land toegewezen. Zij mochten de Heer dienen. Ze mochten wonen in enkele steden met weidegrond, verspreid tussen de andere stammen.
Toewijding aan God in het beloofde land 📜 Jozua 22:1 tot 24:33
In Jozua 22:1-34 wordt een altaar gebouwd door de stammen die aan de overzijde van de Jordaan gaan wonen, bij Peor. De overige stammen beschouwden dat als afgoderij en het werd bijna een burgeroorlog.
De laatste twee hoofdstukken bevatten de 2 afscheidstoespraken van Jozua. Jozua gaf God alle eer voor het feit dat Israël nu het land in bezit had en vroeg het volk om God te blijven dienen. In hoofdstuk 24 is de verbondsvernieuwing bij Sichem, waar Israël God opnieuw trouw beloofd.
De laatste verzen van het boek beschrijven de begrafenis van Jozua, de herbegrafenis van het gebeente van Jozef en de begrafenis van Aärons zoon Eleazar (hogepriester). Er komt geen opvolger voor Jozua.
Het doden van de Kanaänieten
Het feit dat Israël de opdracht krijgt oorlog te voeren met de Kanaänieten en het uit te roeien is een aanstoot voor veel niet-christenen en ook christenen weten vaak niet wat ze ervan moeten denken. C. Wright noemt in ‘De God die ik niet begrijp’ drie verkeerde antwoorden op deze vraag:
Het is een probleem van het OT en dat wordt rechtgezet in het NT Het idee leeft vaak dat we in het OT een strenge God tegenkomen en in het NT een God van liefde. God wordt in de loop van de heilsgeschiedenis inderdaad steeds verder geopenbaard met als hoogtepunt de manier waarop Jezus ons God laat zien. Maar God is ook in het OT de Bevrijder en een God die graag genade bewijst, ook aan niet-Israëlieten. Nergens in het NT is te vinden dat Gods opdracht om de Kanaänieten uit te roeien niet juist is, ook in het NT blijft God het kwade haten en boosdoeners oordelen
De Israëlieten dachten ten onrechte dat God dit wilde. Als dit klopt is het raar de de Israëlieten nergens in het OT wordt gezegd dat dit niet goed is. In tegendeel, want in Psalm 106:34 wordt het tekortschieten van Israël in het doden van de Kanaäniten als falen gezien en Paulus noemt God in Handelingen 13:19 als handelende persoon bij het uitroeien van de Kanaänieten.
De uitroeiing is een allegorische afbeelding van de geestelijke strijd. Het klopt dat we geestelijke gedachten kunnen leren uit de verhalen van de verovering van het beloofde land. Maar het zijn historische gebeurtenissen en geen verzonnen verhaal, bedacht om ons geestelijke lessen te leren.
C. Wright – ‘De God die ik niet begrijp’
Er zijn meerdere Bijbelteksten waardoor je een ander antwoord krijgt op de vraag over het doden van de Kanaänieten. Bijvoorbeeld Deuteronomium 20:16-18 waar staat dat de uitroeiing van de Kanaänieten een geestelijke bescherming is voor Israël. In Hebreeën staat dat Rachab gered wordt door geloof, dit had ook voor de andere Kanaänieten kunnen gelden. In de boeken van Mozes staan verschillende zonden van de Kanaänieten die afgewezen worden; kindoffers en afgoderij, occultisme en verschillende seksuele zonden.
Bronnen
- StudieBijbel online
- StudieBijbel in Herziene Statenvertaling
- ‘Rondreis door de Bijbel’
- Boek ‘In ontmoeting met het Oude Testament’
- Boek ‘Sleutels tot de Bijbel’ van David Pawson
- Samenvatting ETS
- PowerPoint ETS
- ETS online
Goed gedaan. En een goede cursus inderdaad!