Schrijver en tijd van ontstaan
Het is niet bekend wie de schrijver is van het boek Job. Er wordt verschillend gedacht over de tijd van ontstaan van het boek. Het kan geweest zijn in de tijd van Mozes tot de tijd van Ezra. Veel details uit het boek passen in de tijd van Abraham:
- Zijn rijkdom wordt afgemeten in vee. Hij werd minstens 200 jaar oud. Dit wijst op de tijd van Terach en Abraham.
- Hij treedt op als priester, die kwamen in latere tijden alleen uit de stam van Levi.
- De schrijver gebruikt de naam ‘Jaweh’ om God aan te duiden, maar is geen spoor te ontdekken van een Uittocht of van een Verbond bij de Sinai of van de wet van Mozes.
Feit of verzinsel?
Er wordt vaak getwijfeld of Job wel echt heeft bestaan. Toch zijn daar wel aanwijzingen voor:
- Job 1:1 introduceert Job als een historische persoon en als een echt verhaal. Het begin van het boek is net als het begin van het boek 1 Samuël een duidelijk historische tekst.
- In Ezechiël 14:14 en 20 wordt Job een rechtvaardige genoemd, samen met Noach en Daniël.
- In Jacobus 5:11 heeft Jacobus het over de volharding van Job; hij vindt dat een voorbeeld voor zijn lezers.
Behalve de eerste twee hoofdstukken en bijna het hele laatste hoofdstuk is het het boek geschreven in poëzie. De gesprekken worden niet letterlijk beschreven, maar in dichtvorm.
De kerk en Israël
De auteur van het boek ‘Job, troostboek voor Israël’ ziet het levensverhaal van Job als een profetische belichting van Israëls geschiedenis. Elihu staat voor de kerk, die dichter bij Job staat dan de drie ‘vrienden’. Opvallend is, dat de HERE wel de drie ‘vrienden’ bekritiseert, maar Elihu niet.
BibleProject – Job
Indeling
Inleiding (proza) | |
1 – 2 | Inleiding |
Gesprekken en redevoeringen (poëzie) | |
3 – 4 | De klacht van Job |
4 – 26 | Drie gespreksronden met de drie vrienden |
27 – 31 | Job bepleit zijn zaak |
32 – 37 | De woorden van Elihu |
38 – 41 | De woorden van God |
42:1-6 | Jobs reactie op Gods woorden |
Slot (proza) | |
42:7-17 |
Job 1 en 2 📜 Job en zijn vrienden
Job wordt geïntroduceerd. Hij was een rijke man en woonde in het land Uz, ten oosten van Kanaän.
Dan wordt er een gesprek tussen God en Satan naverteld. Het lijkt op een weddenschap tussen God en Satan die wordt uitgevochten in het lichaam van Job. Job zondigt niet, zelfs niet als zijn vrouw hem aanmoedigt. Elifaz, Bildad en Sofar, zijn drie vrienden horen over zijn ongeluk en komen hem opzoeken. Ze zitten een week bij hem zonder iets te zeggen.
Job 3
Job verbreekt het zwijgen en vervloekt de dag dat hij geboren werd. Dan volgt een dialoog tussen Job en zijn vrienden. Alle drie de vrienden voeren drie keer het woord en Job antwoordt.
Job 4 t/m 26
Elifaz begint met spreken. Hij begint vriendelijk, maar hij gelooft dat Job gestraft wordt omdat hij gezondigd heeft. Job geeft niet toe en dan zegt Elifaz dat hij koppig blijft vasthouden aan zijn onschuld en zijn geloof in God ondermijnt. Hij begint vriendelijk tegen, maar eindigt met sarcasme.
Bildad beschouwde zichzelf als een verdediger van de orthodoxe leer. Hij legde uit dat een individu dan een zondig leven leidde niet verbaasd moest zijn als God hem strafte. De relatie tussen Job en Bildad komt steeds meer onder druk te staan.
Zofar is de meest dogmatische van de drie. Hij zegt dat, zelfs als Job niet bewust heeft gezondigd, hij het in ieder geval wel onbewust heeft gedaan.
Job 27
Job weigert te aanvaarden dat zijn vrienden gelijk hebben, en houdt vol dat deze situatie geen signaal is van verborgen zonde. In dezelfde beeldspraak als zijn vrienden tegen hem gebruikt hebben, spreekt Job het verlangen uit dat God zijn tegenstanders als goddelozen zal beschouwen
Uitleg uit HSV-Studiebijbel
Job 28 t/m 37 📜 Elihu
Job 28, een gedicht over de wijsheid, is een hoogtepunt van dit boek. Job gaat in op de waarde, het geheim en de plaats van de wijsheid. In hoofdstuk 29 overdenkt Job zijn verleden, de voorspoed die hij had. In hoofdstuk 30 overdenkt Job het heden, zijn huidige ellende. Job blijft aan zijn onschuld vasthouden en beëindigt zijn pleidooi in hoofdstuk 31 met een verklaring, waarin hij God oproept om hem te antwoorden.
Als Job en zijn drie vrienden uitgepraat zijn, neemt Elihu het woord. Hij heeft alles aangehoord en nog niets gezegd, maar hij voegt niets toe. Hij lijkt zijn eigen bijdrage te overschatten en weet niet meer over de echte reden van de gebeurtenissen dan de drie vrienden.
Job 38 t/m 41 📜 God begint te spreken
Als Elihu ook is uitgepraat begint God te spreken. God stelt Job vragen vanuit de schepping, waarop hij het antwoord niet weet. Dan vraagt God Job naar zijn ideeën over een nijlpaard, en een krokodil. God wijst er nog een keer op dat Job God nooit zal kunnen doorgronden.
Job 42 📜 Job en God
God zegt dat de vrienden van Job niet goed hebben gesproken van Hem en Job wel. Job had gelijk dat het lijden niet aan schuld van zijn kant te wijten was en de vrienden hadden dus ongelijk. De vrienden hadden niet alleen een onjuist beeld van God’s karakter geschetst. Job ‘vocht’ met God en nam God daarmee heel serieus, hij sprak God steeds weer aan. De vrienden deden dit niet.
Job belijdt dat Gods kracht en bedoelingen nooit zullen falen en dat hij gesproken heeft over dingen die zijn kennis te boven gingen. Hij bidt voor zijn vrienden. God brengt een omkeer in zijn leven. Hij krijgt opnieuw 7 zonen en 3 dochters en wordt dubbel zo rijk dan hij voor zijn lijden was.
Thema van het boek Job
Lijden is een belangrijk thema in dit bijbelboek. Hier schrijf ik een volgende keer over.
Bronnen
- StudieBijbel online
- StudieBijbel in Herziene Statenvertaling
- ‘Rondreis door de Bijbel’
- ‘In ontmoeting met het Oude Testament’
- ‘Handboek bij de Bijbel’ – Pat en David Alexander
- Boek ‘Sleutels tot de Bijbel’ van David Pawson
- Samenvatting ETS
- PowerPoint ETS
- ETS online
Zit goed in elkaar. Ben benieuwd naar de volgende keer.
Het vervolg, over het thema ‘lijden’ heb ik ook al geschreven.
Leuk dat je altijd meeleest!
Wat ging er mis, na de schepping? Het Bijbelboek Job verteld er iets over van de gevallen engel, Satan genoemd! Die in het paradijs ook al bezig was, met Adam en Eva, met die lekkere appel van de verboden boom, waarvan ze niet mochten eten. Ook Job in Job 2: werd te grazen genomen, en later Jezus in de woestijn, die hem alle koninkrijken de wereld aanbood, in Mattheus 4: de verzen 8, 9, en 10. En sinds die tijd, ts Satan de baas op aarde over de politiek en de aardse religies! Want zegt, 1 Johannes 5: in vers 19: Wij weten dat wij uit God ( de ware God Jehovah ) voortspruiten, maar de gehele wereld ligt in de macht van de Goddeloze! Dit is Satan de Duivel met zijn engelen. Openbaring 12: vers 7 tot 12!