Laatst schreef ik al een blog over de 10 geboden, vooral over de inhoud. Ik schreef toen over dat Jezus niet is gekomen om de wet af te schaffen, maar om de wet te vervullen. In hoofdstuk 8 uit het boek ‘Uittocht’ van Ds. Henk Poot gaat het over de proloog van het Johannesevangelie. Daar leerde ik zoveel van en ik deel er graag iets van in deze blog.
Jezus is het Woord
In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
Johannes 1:1 HSV
Johannes begint zijn evangelie niet met het geboorteregister van Jezus, maar bij het allereerste begin, bij de eeuwigheid. Jezus is het Woord en het Woord was God, en het Woord was er al van eeuwigheid.
En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.
Johannes 1:14 HSV
Het Woord, Jezus, werd mens en woonde ‘onder ons’. Jezus werd mens en woonde in Israël en Hij was een Jood. Johannes maakt duidelijk dat het Woord in eeuwigheid bij de Vader was en zich altijd al in de Thora heeft geopenbaard.
Woorden van de Thora en de woorden van Jezus
Want dit woord is heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart, om het te doen.
Deuteronomium 30:14-16 HSV
Zie, ik heb u heden het leven en het goede voorgehouden, maar [ook] de dood en het kwade.
Want ik gebied u heden de HEERE, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen te gaan en Zijn geboden, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen in acht te nemen. Dan zult u leven en talrijk worden, en zal de HEERE, uw God, u zegenen in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen.
Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft;
Mattheüs 7:24 HSV
De Israëlieten hadden de woorden (wet of Thora) van God in hun hart. Als zij de woorden zouden houden zou het hen goed gaan. Jezus vervulde de Thora en zei dat wie Zijn woorden hoort en doet het goed zal gaan, het eeuwige leven heeft.
Als u Mij liefhebt, neem [dan] Mijn geboden in acht.
Johannes 14:15 HSV
Jezus roept Zijn discipelen op in Johannes 14:15 om Zijn geboden te houden. Áls zij Hem liefhebben, dan kunnen zij dat laten zien door Hem te volgen in het liefhebben van Hem en elkaar en zichzelf.
Wet ↔︎ Genade
Wet en genade worden vaak gezien als tegenstelling. Dit komt onder andere doordat men Johannes 1:16 en 17 dan oppervlakkig leest. Door het woordje ‘maar’ uit vers 17, in de NBV lijken wet en genade ook wel twee uitersten. Ds. Henk Poot schrijft in ‘Uittocht’ dat achter deze vertaling de gedachte zit dat de wet en het hele Oude Testament alleen een voorbode of voorbereiding is op het Evangelie, en dat we het ook wel achter ons kunnen laten nu Jezus Christus is gekomen.
Dit is in ieder geval niet wat Johannes duidelijk wil maken met deze tekst. Het verschil is niet dat de wet van Mozes slecht was en Jezus goed is.
Kai charin anti charitos
‘En wel genade op genade’ in Johannes 1:16 is van kai charim anti charitos in het Hebreeuws.
En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en [wel] genade op genade.
Johannes 1:16 HSV
Anti heeft verschillende betekenissen, onder andere ‘in plaats van’. Dan zou genade in plaats van de wet zijn gekomen, maar Johannes stelt deze twee in zijn evangelie niet tegenover elkaar. Volgens het commentaar van de StudieBijbel Online is anti hier uit te leggen als aanduiding dat ‘de ene genade nog niet weg is of de volgende is er al’. Eerst gaf God het volk Israël uit genade de wet en nu is er Gods genade door Jezus Christus.
Wet tegenover genade en waarheid
Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.
Johannes 1:17 HSV
De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.
Johannes 1:17 NBV
Zowel in de HSV-Studiebijbel, de StudieBijbel Online en het boek van Ds. Henk Poot wordt uitgelegd waarom Johannes niet alleen een tegenstelling hiermee aangeeft, maar meer:
- Het woordje nomos, voor wet heeft bij Johannes geen negatieve klank. Dit blijkt ook uit Johannes 1:46, 8:17, 10:34 en 15:25.
- Uit de zinsopbouw haal je niets negatiefs. De wet is gegeven. De genade en waarheid zijn gekomen.
- Beide, de wet en de komst van Christus zijn van cruciaal belang in de heilsgeschiedenis.
- De Thora was een geschenk, gegeven door de genade van God aan het volk Israël.
- In Exodus 33 als het volk Israël verder trekt naar het beloofde land en in Exodus 34, als ze de Thora krijgen van God lezen we meerdere keren over genade van God.
- Als Johannes zegt in vers 17 dat genade en trouw door Christus gekomen zijn, zegt hij dus niet dat genade en waarheid in de Thora ontbraken.
De tegenstelling van wet is ook niet genadeloosheid maar wetteloosheid. En het tegenovergestelde van genade is niet de wet, maar genadeloosheid.
Ds. Henk Poot – ‘Uittocht’ pagina 113
Jezus Christus is de Thora
In de wet van Mozes heeft God laten zien Wie hij is en Zijn geboden gegeven aan het volk Israël, maar Jezus Christus is de definitieve openbaring van Gods genade en waarheid. Hij gaat Abraham, Jakob en Mozes te boven. Ds. Henk Poot noemt het een intensivering. Het nieuwe gebod waarover Jezus spreekt gaat niet in tegen de Thora, maar gaat nog verder. Jezus laat het hart zien van de Thora, de liefde van God.
Als u Mij liefhebt, neem [dan] Mijn geboden in acht
Johannes 14:15 HSV
Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
Johannes 14:21 HSV
Mooi dat je zegt: De Thora was een geschenk, gegeven door de genade van God aan het volk Israël.
Ik deel een linkje en ben benieuwd of je dit een mooie video vind. Ik wel:https://www.youtube.com/watch?v=EBXJYvOFfPY
Amen, mooi neergezet.
Ik heb een (denk ik) leuke aanvulling: Een paar jaar terug was ik door Hebreeuwse studie met Genesis bezig. in de eerste zin staat In het Hebreeuws twee keer een woord (eyt) wat niet in een andere taal wordt vertaald. Blijkt dat dit woord oa een verwijzing is van wat God aan het doen is, maar wordt ook in het huidige Hebreeuws niet vertaald. Omdat Johannes ook met Genesis begint las ik dat ook. Alleen werd ik heel stil toen ik opeens iets begon te beseffen, daar ik Johannes ontmoeting met Yeshua las, hij door Hem werd gegroet met de woorden dat Hij de Alpha en Omega is. Nu weten wij dat natuurlijk allang, alleen ik besefte ineens dat Yeshua een ‘Jood’ is, sprekende tegen een andere ‘Jood’ , beide opgegroeid met de Joodse taal in een Joods land. Oftewel 99,99% kans dat ze Hebreeuws tegen elkaar spraken. Alpha en Omega is het begin en het eind, wij zeggen ook wel van A tot Z. Maar dat is ook zo in het Hebreeuws, alleen is dat van Aleph tot Taw de eerste en laatste letter van het Alephbet. en je spreekt het uit als eyt. Ik geloof dat Johannes dat op dat moment ook besefte en daarom begon met zijn evangelie ; in het beginne,,
De Joodse geleerden van vroeger en zelfs tot nu toe weten dat het woord eyt iets met Gods uitvoerende ‘macht’ heeft te maken, maar ze weten niet wat. Ik heb wat situaties bekeken waar dit woord eyt nog meer voorkomt. en dat is heel bijzonder om te zien.
JHWH onze Schepper schiep de wereld voor en door Zijn Woord; anders gezegd door gebruik te maken van de letters van het Alephbet , Hij deed het met alle letters van A tot Z. waarbij het voor en door Yeshua geschiede. precies zoals de Hebreeuwse tekst zegt, precies zoals Johannes het later herhaalt.
Shalom Raymond