Wie was Hosea?
Het woord van de HEERE dat gekomen is tot Hosea, de zoon van Beëri, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz, Hizkia, de koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, de koning van Israël.
Hosea 1:1 HSV
Dit Bijbelboek is genoemd naar de auteur, Hosea. Zijn naam betekent de Heer redt. Hosea komt van hetzelfde werkwoord als ‘Jozua’ en ‘Jezus’, wat betekent redden, bevrijden of verlossen. Hosea leefde en profeteerde in het noordelijke rijk.
Achtergrondinformatie
Hosea leefde in Israël, ongeveer 200 jaar nadat het rijk was gesplitst in het noordijk (10 stammen – Israël) en zuidrijk (Juda). Hij profeteerde kort voor de ballingschap van Israël. De koningen die regeerden in de tijd van Hosea waren: Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia in Juda en Jerobeam in Israël.
Het Romeinse Rijk was net opgericht en de Romeinen begonnen met het bouwen van wegen. In het Middellandse Zeegebied begon met de Griekse taal te spreken. In het Oosten was de Chinese en Indische cultuur in opkomst. Israël en Juda lagen in het centrum van veel handelsroutes. De economie profeteerde van de handelsroutes. Er was vrede en welvaart in Israël en Juda, met koning Jerobeam in Israël en koning Uzzia in Juda. Samen bezaten ze een gebied wat net zo groot was als toen het rijk nog niet was verdeeld, in de tijd van David. Met de welvaart kwamen er ook geestelijke problemen. Het volk nam dingen van de godsdiensten van de volken rondom hen over. Ze vereerden afgoden, Baäl en Asjera. Er was veel onrecht en onderdrukking.
Stijl van het boek
Als je het boek in tweeën deelt, gaat het 1e deel over het persoonlijk leven, het gezin van Hosea en het 2e deel is de uitwerking hiervan die gaat over het publieke leven en bevat de profetieën van Hosea.
De stijl is afwisselend proza (een verhaal) en poëzie en er staan veel metaforen in het boek. Het hele eerste gedeelte, het verhaal over zijn gezin, gebruikt Hosea als metafoor voor de relatie van God met Israël.
Er is verschil in opvatting van het verhaal van Hosea en Gomer. Is het waar gebeurd of is het symbolisch? Voorstanders van een symbolisch verhaal zeggen dat God nooit een immoreel huwelijk zou vragen. Een argument voor een echt gebeurd verhaal is dat Hosea zich op deze manier goed kon inleven in de pijn die God had over de afwijzing van Israël. Een andere vraag is dan of Gomer al overspelig was toen ze trouwde of dat zij dit in haar huwelijk werd.
Hosea – BibleProject
Hosea 1-3 📜 gezin en persoonlijk leven
Het begin van het spreken van de HEERE door Hosea. De HEERE zei tegen Hosea: Ga! Neem voor u een vrouw van de hoererijen en kinderen van de hoererijen, want het land wendt zich in schandelijke hoererij van de HEERE af.
Hosea 1:2 HSV
God vraag Hosea te trouwen met een overspelige vrouw, Gomer. Ze kregen drie kinderen van wie de namen symbool staan voor een boodschap van God aan Israël: Jizreël, Lo-Ruchama en Lo-Ammi.
- Jizreël (Hosea 1:5) betekent bloedvergieten. Het is ook de naam van een stad en van de plaats waar veel veldslagen hebben plaatsgevonden. In 733 voor Christus viel het Assyrische leger de vlakte van Jizreël binnen en veroverde het de noordelijke gebieden. Hier begon de ballingschap.
- Lo-Ruchama (Hosea 1:6) betekent geen-ontferming. God zal Zich tijdelijk niet ontfermen over Israël.
- Lo-Ammi (Hosea 1:9) betekent niet mijn volk. God zegt dat Israël niet meer Zijn volk is.
Meteen hierna, in vers 10 verwijst God naar Zijn verbond met Abraham:
Toch zal het aantal Israëlieten zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden. En het zal gebeuren dat in de plaats waar tegen hen gezegd is: U bent niet Mijn volk, tegen hen gezegd zal worden: kinderen van de levende God.
Hosea 1:10 HSV
In hoofdstuk 2 wordt Gomer, een moeder aangeklaagd voor overspel en haar kinderen zijn getuigen. Dit gaat over het oordeel van God over Israël. Maar halverwege dit hoofdstuk lokt Hosea Gomer weer terug. De verbondsrelatie met Israël wil God herstellen.
In hoofdstuk 3 moet Hosea Gomer terugkopen nadat zij door haar overspel het huwelijk had verbroken. Dit terwijl op overspel de doodstraf stond. God zal hetzelfde doen met Zijn volk.
Heer, U leidde mij in de wildernis 🎵 Opwekking 266
Hosea 4-11 📜 De ontrouw van Israël en het Vaderhart van God
Het verhaal over Hosea en zijn gezin is nu voorbij en nu komt de uitwerking ervan voor Israël en Juda.
Hoor het woord van de HEERE, Israëlieten, want de HEERE heeft een rechtszaak met de inwoners van [dit] land, omdat er geen trouw, geen goedertierenheid en geen kennis van God in het land is.
Hosea 4:1 HSV
Het volk hield zich niet aan het verbond dat God met hen had gesloten en God dient een aanklacht in die gaat over het gebrek aan trouw, liefde en kennis van Hem.
Want Ik zal voor Efraïm zijn als een felle leeuw, voor het huis van Juda als een jonge leeuw. Ik, Ik verscheur en ga; Ik sleep weg en er zal geen redder zijn.
Hosea 5:14-15 HSV
Ik ga en keer terug naar Mijn [woon]plaats, totdat zij zich schuldig weten en Mijn aangezicht zoeken. In hun benauwdheid zullen zij Mij ernstig zoeken.
God keert Zich tegen het volk in de verwachting dat zij zich dan zullen bekeren en tot Hem terugkeren. In hoofdstuk 6 lezen we dat ze terug willen keren en zich bekeren, maar ze is wisselvallig als dauw die vroeg optrekt en weggaat en niet in staat God oprecht lief te hebben.
Israël hoeft niet letterlijk naar Egypte, maar ze worden slaven in Assyrië, zoals ze eens waren in Egypte. Omdat ze niet luisteren naar God:
Zij brengen Mijn offergaven en zij eten [zelf] van het vlees. De HEERE schept er geen behagen in. Nu zal Hij aan hun ongerechtigheid denken, en hun zonden [aan hen] vergelden: zij zullen terugkeren naar Egypte.
Hosea 8:13 HSV
Zij zullen niet blijven in het land van de HEERE: Efraïm keert terug naar Egypte, in Assyrië zullen zij eten wat onrein is.
Hosea 9:3 HSV
Hosea 11
In hoofdstuk 11 gebruikt Hosea een ander beeld van een gezin. Hij laat God zien als een Vader. God hielt van hen als van een zoon en bevrijdde hen uit Egypte.
Toen Israël een kind was, had Ik hem lief, en uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen.
Hosea 11 HSV
[Maar hoe meer] zij hen riepen, hoe [meer] zij van onder hun [ogen] wegliepen.
Aan de Baäls offerden zij en voor de [afgods]beelden brachten zij reukoffers
Ik echter leerde Efraïm lopen. Hij nam hen op Zijn armen, maar zij erkenden niet dat Ik hen genas.
Ik trok hen met menselijke touwen, met koorden van liefde.
Ik was voor hen als zij die het juk [van] op hun kaken omhoogtillen, en Ik reikte hem voer toe.
Hij zal niet terugkeren naar het land Egypte, maar Assyrië, dat zal zijn koning zijn, want zij weigeren zich te bekeren.
Het zwaard zal in zijn steden rondgaan, het zal zijn grendels vernietigen en verslinden vanwege hun opvattingen.
Mijn volk volhardt in afkeer van Mij. Zij roepen wel tot de Allerhoogste, [maar] gezamenlijk roemt men [Hem] niet.
Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u uitleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama, met u doen als met Zeboïm? Mijn hart keert zich in Mij om, al Mijn medelijden is opgewekt.
Ik zal Mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen, Ik zal niet terugkeren om Efraïm te gronde te richten. Want Ik ben God, en geen mens, de Heilige in uw midden, en in de stad zal Ik niet komen.
Zij zullen achter de HEERE aan gaan, Hij zal brullen als een leeuw. Ja, Híj zal brullen, en de kinderen zullen bevende komen van de kant van de zee.
Zij zullen bevende komen als een vogel uit Egypte, als een duif uit het land Assyrië. Dan doe Ik hen wonen in hun huizen, spreekt de HEERE.
Hosea 12-14 📜 Herinnering en beloften
In hoofdstuk 12 gebruikt Hosea belangrijke gebeurtenissen uit het verleden van Israël om hen lessen te leren hieruit. Jakob pakte in de moederschoot de hiel van zijn broer en toen hij een man was worstelde hij met God in Pniël. In Bethel ontmoette hij God en maakte een altaar ter herinnering hieraan.
Hosea eindigt met een oproep tot bekering voor Israël en beloften als zij zich bekeren.
Bekeer u, Israël, tot de HEERE, uw God, want u bent gestruikeld door uw ongerechtigheid.
Hosea 14:2 HSV
Ik zal voor Israël zijn als de dauw. Hij zal in bloei staan als de lelie, wortel schieten als de Libanon.
Hosea 14:6-7 HSV
Zijn jonge loten zullen uitlopen, zodat zijn pracht zal zijn als [die van] de olijfboom, en hij zal een geur hebben als de Libanon.
Hosea in het Nieuwe Testament
Hosea wordt in het Nieuwe Testament meerdere keren geciteerd:
En hij bleef daar tot de dood van Herodes, opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.
Mattheüs 2:15 HSV
Kennis van God is voor God belangrijker dan brandoffers staat in Hosea 6:6:
Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.
Mattheüs 9:13 HSV
Maar als u geweten had wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer, dan zou u de onschuldigen niet veroordeeld hebben.
Mattheüs 12:7 HSV
Paulus citeert in Romeinen Hosea 2:22 en 1:10 om de genade van God te laten zien:
Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde.
Romeinen 9:25-26 HSV
En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.