De rode draad
Het verbond van God loopt als een rode draad door de Bijbel. Het eerste verbond van God was met Adam, het tweede verbond van God was met Noach en deze keer gaat het over Gods verbond met Abraham.
Van Ur naar Kanaän 📜 Genesis 12
De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen.
Genesis 12:1-3 NBV21
Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn.
Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’
God zei tegen Abram dat hij moest verhuizen van Ur naar Kanaän. Ur was een welvarende stad, maar Abram moest voortaan gaan wonen in tenten, een grote verandering. God beloofde Abram (in Genesis 12) een land, een groot volk en zegen.
Al het land dat je ziet geef Ik aan jou en je nakomelingen, voor altijd.
Genesis 13:15-17 NBV21
En Ik zal je zo veel nakomelingen geven als er stof op de aarde is: zoals het stof van de aarde ontelbaar is, zullen zij niet te tellen zijn.
Kom, doorkruis het land over de hele lengte en breedte, want aan jou zal Ik het geven.’
In Genesis 13 wordt deze beloften van God aan Abram nog een keer herhaald.
Gods verbond met Abram 📜 Genesis 15
In Genesis 15 worden de beloften bevestigd met een verbond.
Ook zei de HEER tegen hem: ‘Ik ben de HEER , die jou heeft weggeleid uit Ur, uit het land van de Chaldeeën, om je dit land in bezit te geven.’
Genesis 15:7 NBV21
Die dag sloot de HEER een verbond met Abram. ‘Dit land,’ zei Hij, ‘geef Ik aan jouw nakomelingen, van de rivier van Egypte tot aan de grote rivier de Eufraat:
Genesis 15:18 NBV21
Genesis 17
Het woord verbond of berît komt 13 keer voor in dit hoofdstuk en is heel belangrijk. God spreekt over ‘Mijn verbond’ en maakt dat zichtbaar door de naamsverandering van Abram en het teken van de besnijdenis.
Gods beloften aan Abram
Ik wil met jou een verbond aangaan en Ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven.’
Genesis 17:2 NBV21
Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: Ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen.
Genesis 17:7-8 NBV21
Heel Kanaän, het land waar je nu als vreemdeling woont, zal Ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit geven, en Ik zal hun God zijn.’
Abram is in Genesis 17 al 99 jaar oud en het is 13 jaar na de geboorte van Ismaël, de zoon van Abraham bij zijn slavin Hagar. God wil een verbond sluiten met Abram en belooft hem veel nakomelingen. Zijn naam wordt veranderd in Abraham, want hij zal stamvader worden van een menigte volken, waaronder koningen. God zal altijd hun God zijn en het land Kanaän zal altijd in hun bezit zijn.
Verplichtingen van Abraham en zijn nakomelingen
Ook zei God tegen Abraham: ‘Jij moet je houden aan dit verbond met Mij, evenals je nakomelingen, generatie na generatie.
Genesis 17:9-11 NBV21
Dit is de verplichting die jullie op je moeten nemen: alle mannen en jongens moeten worden besneden.
Jullie moeten je voorhuid laten verwijderen; dat zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en jullie.
Abraham en zijn nakomelingen moeten het verbond houden door alle mannen en jongens te besnijden, als teken van het verbond. Dit geldt voor Abraham, zijn zoon Ismaël, alle mannen en jongens in zijn huisgezin en ook voor de komende geslachten. Later gold dit voor het volk Israël en nog specifieker, de nakomelingen van Izak en Jakob. Zo werden de Israëlieten steeds weer herinnerd aan de beloften en de eisen van het verbond.
Belofte van de geboorte van Izak
Ik zal haar zegenen en jou bij haar een zoon geven. Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen en koningen van haar zullen afstammen.’
Genesis 17:16 NBV21
En wat Ismaël betreft, Ik verhoor je: Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar maken en hem veel, heel veel nakomelingen geven. Twaalf stamvorsten zal hij verwekken en er zal een groot volk uit hem voortkomen.
Genesis 17:20-21 NBV21
Maar mijn verbond zal Ik voortzetten met Isaak, de zoon die Sara je volgend jaar omstreeks deze tijd zal baren.’
God belooft Abram en Sara een zoon. Abraham gelooft het niet en vraagt om een zegen over Ismaël wat eigenlijk een afwijzing van de belofte van een zoon voor Sara is. Ismaël zal gezegend worden met de belofte van een groot volk, maar het eeuwige verbond is voor Izak. In Genesis 26 wordt deze belofte herhaald aan Izak en later aan Jakob. De profeten (bijvoorbeeld Jeremia en Ezechiël) wijzen ook steeds op de belofte die God deed aan Abraham, als het volk Israël heeft gezondigd en terug moet keren naar God.
Bronnen
- Uitgelichte afbeelding: YouTube – Biblical Covenants of GoStudieBijbel online
- A.L. van Zwet – Rode draad door de Bijbel – Het verbond [1]
- A. Versluis, P. de Vries, M.J Paul – De actualiteit van het Oude Testament, geweld, offers en beloften
- Jaap de Vreugd – Verschillende verbonden
- StudieBijbel Online
- HSV-Studiebijbel
- Handboek bij de Bijbel
- Sleutels tot de Bijbel – David Pawson
- C. van der Spek – Israël en het land
Hoe kon Abraham NIET het feit hebben vergeten dat God hem had beloofd dat Hij zijn verbond zou voorzetten met Isaak, en moet hij daarom niet stiekem al geweten hebben dat de opdracht van God om zijn zoon te offeren FAKE moest zijn? En omdat het in de Joodse traditie altijd de bedoeling was dat het dier wat je offerde je eigen bezit hoorde te zijn (want anders was het natuurlijk ook geen offer) maakte dat van het uiteindelijke offer, het lam wat van God afkomstig was, ook niet een nep offer?
Deze knulligheden in het verhaal maken het idee dat de slaafse Abraham bereid was om zijn eigen zoon te doden, er wat mij betreft niet minder immoreel om, en de vanzelfsprekende meegaandheid van Isaak is luguber fatalisme
Ik denk niet dat Abraham iets vergat, hij wist dat ook al zou Isaak dood gaan, God zou hem dan weer levend maken, anders zei hij bijv. niet tegen de jongeling ” Blijft gij hier met den ezel, en ik en de jongen zullen heengaan tot daar; als wij aangebeden zullen hebben, dan zullen wij tot u wederkeren.” JHWH heeft gekozen door via de Bijbel met ons te communiceren, Alles staat hierin wie, wat waarom en hoe, met als centraal JHWH, Yeshua. oa Abraham en Isaak is een profetisch beeld van God de Vader en Zijn Zoon.
Zelfs Isaak was geheel op de hoogte en deed dit uit gehoorzaamheid net als dat Yeshua dat later ook deed. De ram met zijn hoofd in de doornen als uiteindelijk offer is toch niet te missen, tenslotte had Yeshua een doornen kroon. In deze geschiedenis zit nog zoveel meer in het Hebreeuws wat Gods liefde voor de mensen laat zien. Abraham had een relatie met God , hij was Zijn vriend, deze vriendschap bied Hij nog steeds aan en is net als Zijn offer levensecht. Ik begrijp dat vele mensen moeite hebben met offeren, maar als iedereen gewoon deed wat Hij zei was er geen een offer in onze plaats nodig geweest.
Hij wilt geen offers maar gehoorzaamheid, niet om over ons te heersen, maar net als een vader, de gelegenheid om ons te beschermen.
Ik hoop dat een ieder dit kan pakken.
Shalom Raymond