Ezechiël 25-32 ┃ Oordeelsprofetieën over de buurlanden van Juda

Inleiding

Na het roepingsvisioen en de oordeelsprofetieën over Juda en Jeruzalem (hoofdstuk 1-24), volgen nu de oordeelsprofetieën over de verschillende volken/buurlanden van Juda (hoofdstuk 25-32).

	Achtergronden van het boek Ezechiël
Ezechiël 1-24	Oordeel over Juda en Jeruzalem
Ezechiël 25-32	Oordeel over verschillende volken
Ezechiël 33-39	Zegen voor Juda en Jeruzalem
Ezechiël 40-48	Tempelvisioen

Blogs over het boek Ezechiël

‘Oordeelsprofetieën’

In deze blog gaat het over de oordeelsprofetieën over de volken. Ik gebruik verschillende boeken en (Studie)Bijbels en kom diverse bewoordingen tegen voor ‘oordeelsprofetieën’ en voor ‘volken’:

Profetieën tegen de volken
Godsspraken tegen de vreemde volken
Wraak op de buurlanden van Juda
Godsspraken tegen de naties
God waarschuwt de volken
Gods bestraffing van de volken

Indirect heil voor Israël

De vreemde volken worden geoordeeld, voor hun vijandschap tegen het volk Israël. Deze oordelen vormen een overgang naar de profetieën van hoop voor Juda (hoofdstuk 33-48). Maar oordeelsprofetieën over de omringende volken zijn ook een indirect heil voor Israël. God laat zien dat álle volken aan Hem onderworpen zijn en dat Hij kiest voor de ballingen, Zijn volk Juda.

Oordeelsprofetieën over de volken

Handboek bij de Bijbel – ‘Ezechiëls profetieën tegen de naties’

De profeet Jesaja en de profeet Jeremia profeteerden ook Gods oordeel over de omringende volken en ook Ezechiël eerder in hoofdstuk 21. In hoofdstuk 25-28 noemt profeteer Ezechiël tegen zeven omringende buurvolken:

Ammon
Moab
Edom
de Filistijnen
Tyrus
Sidon
Egypte

Zeven is het getal van de volheid en deze zeven omringende volken staan symbool voor alle volken. Babel wordt niet genoemd, waarschijnlijk omdat God Babel en koning Nebukadnezar gebruikte voor Zijn oordeel over Juda en Jeruzalem.

Thema

ze zullen weten dat Ik de HEER ben
Ezechiël 25:11b NBV21

Ammon, Moab, Edom en de Filistijnen waren directe buurlanden van Juda en hun oudste vijanden. De oordeelsprofetieën over hen zijn uitgesproken na de val van Jeruzalem. Ze werden geoordeeld omdat ze plezier hadden in de ondergang van Juda en vanwege hun wraakzucht. Ze hadden leedvermaak om de verwoesting van de tempel, die stond voor de relatie tussen God en het volk. Ze keken neer op het volk Israël én op hun God. Ze moesten daarvoor gestraft worden, want het ging om de eer en de naam van God! Na het oordeel zullen zij ‘weten Wie de Heere is’ en zo eindigen deze vier profetieën.

Ezechiël 25:1-7 📜 Oordeel over Ammon

De voornaamste reden voor het oordeel over Ammon is de ontheiliging van de tempel. De Here God zou hen vernietigen en het land van Ammon geven aan de heidenvolken.

Ezechiël 25:8-11 📜 Oordeel over Moab

De Moabieten ontkennen dat Juda het volk van God is en beledigen hier de Here God mee.

Ezechiël 25:12-14 📜 Oordeel over Edom

De Edomieten waren afstammelingen van Ezau. Ze hadden een belangrijke rol gespeeld bij de verwoesting van Jeruzalem. Vluchtende mensen uit Juda leverden ze uit aan de Babyloniërs of ze werden verkocht als slaven. De Edomieten en de Ammonieten hadden vreselijke dingen gedaan met de Joden, die waren achtergebleven in Juda. Baby’s werden met hun hoofdjes te pletter geslagen tegen de muren van Jeruzalem. In het Oude Testament lezen we dan ook over een intense haat van het volk van Juda tegen Edom, bijvoorbeeld in Psalm 137.

Psalmen voor Nu – 137 – Aan de rivier in Babel

</p>

Het is opvallend dat koninkrijken zoals Ammon, Moab, Edom in de loop van de geschiedenis verdwenen zijn, zoals voorzegd, maar dat het volk Israël nog steeds bestaat.
StudieBijbel Online – ‘HOOFDDEEL B en deel 6: Profetieën tegen de volken, indirect heil voor Israël (Eze.25-32)’

Ezechiël 25:15-17 📜 Oordeel over de Filistijnen oordeel over de Filistijnen lijkt Edom.

De oordeelsprofetie over de Filistijnen lijkt op die tegen Edom. Ze zijn wraakzuchtig geweest en hebben verwoestingen aangericht. Daarom zullen ze worden uitgeroeid.

Ezechiël 26:1-28:23 📜 Oordeel over Tyrus en Sidon

‘Mensenkind, Tyrus heeft zich vrolijk gemaakt over Jeruzalem, zij heeft uitgeroepen: “De Poort der volken is verwoest en is mij toegevallen. Nu de stad in puin ligt, zal ik mij vullen met haar schatten!”
Ezechiël 26:2 NBV21

Tyrus was een welvarende handelsstad die internationaal bekend was. Het lag voor het grootste deel op een eiland valk voor de kust. Tyrus dacht te zullen profiteren van de ondergang van Jeruzalem.

De oordeelsprofetieën over Tyrus zijn verdeeld in drie grote stukken die alle drie beginnen met ‘het woord van de Heere kwam tot mij’ en eindigen met de voorspelling dat Tyrus tot een voorwerp van verschrikking gemaakt zal worden en niet meer zal bestaan tot in eeuwigheid. Er staan zeven oordelen/godsspraken over Tyrus in dit gedeelte. Het oordeel over Tyrus is uitgekomen. Het is veroverd door koning Nebukadnezar van Babel en in 332 voor Christus was de definitieve verwoesting door Alexander de Grote.

Dan zullen zij over u een klaaglied aanheffen en tegen u zeggen:
Hoe bent u uit de zeeën verdwenen,
u, beroemde, dichtbevolkte stad,
die sterk was aan de zee,
zij en haar inwoners,
die schrik voor zich inboezemden
bij allen die om haar heen woonden!
Nu beven de kustlanden
op de dag van uw val.
Geschrokken zijn de kustlanden, die aan de zee liggen,
vanwege uw ondergang.
Ezechiël 26:17-18 HSV

In een paar verzen profeteert Ezechiël (hoofdstuk 28:20-24) tegen Sidon, ook een havenstad. In vers 24 richt Ezechiël zich op het volk Israël, als het gaat over Sidon.

Dan zal er voor het huis van Israël geen prikkende doorn of pijnlijke distel meer zijn onder allen die hen omringen [en] hen verachten. Dan zullen zij weten dat Ik de Heere HEERE ben.
Ezechiël 26:24 HSV

Ezechiël 29-32 📜 Oordeel over Egypte

De oordeelsprofetieën over Egypte zijn het langst. Voor Tyrus was de handel/economie belangrijk, maar voor Egypte was de militaire macht belangrijk. Egypte was dan ook een van de grootste en machtigste landen. Bij elke oordeelsprofetie over Egypte wordt de precieze datum vermeld.

Belofte van herstel voor Israël 📜 Ezechiël 28:24-26

Viel het op dat ik een stukje tekst uit Ezechiël 25-32 heb overgeslagen? Tussen al de oordeelsprofetieën over de volken staat een belofte van herstel voor Israël.

Maar het volk van Israël zal niet meer worden gepijnigd en geteisterd door dorens en distels, door de omringende volken die nu op hen neerkijken. Dan zullen ze beseffen dat Ik God, de HEER , ben.
Dit zegt God, de HEER : Ik zal het volk van Israël bijeenbrengen vanuit de landen waarover het is verstrooid – zo zal Ik alle volken laten zien dat Ik heilig ben. De Israëlieten zullen weer wonen in hun eigen land, het land dat Ik aan mijn dienaar Jakob heb gegeven.
Wanneer Ik de omringende volken die nu op hen neerkijken heb gestraft, zullen de Israëlieten daar veilig wonen. Ze zullen er in veiligheid huizen bouwen en wijngaarden planten, en ze zullen beseffen dat Ik, de HEER , hun God ben.”’
Ezechiël 28:24-26 NBV21

Het veilig (onbezorgd) wonen in het land Israël, is een belofte uit Leviticus 25:18-19 en komt terug in Ezechiël 34:25-31, het verbond van vrede.