Handelingen 15:1-35 📜 de vergadering in Jeruzalem
In Handelingen 15:1-35 wordt de vergadering in Jeruzalem beschreven die in 48 of 49 na Chr. werd gehouden. Indeling volgens de HSV-Studiebijbel:
- Aanhangers van de besnijdenis hebben kritiek op de zending onder de heidenen 15:1-5
- Petrus verdedigt Paulus 15:6-11
- Paulus en Barnabas aan het woord 15:12
- Jakobus stelt een oplossing voor 15:13-21
- Een brief naar Antiochië 15:22-35
De boodschap van het evangelie ook voor de heidenen
Paulus ging in iedere stad eerst naar de Joden in de synagoge. Als de Joden zich tegen de boodschap van Paulus keerden, ging hij verder naar de heidenen om hen het evangelie te verkondigen. In Handelingen 13:46 en 47 zeggen Paulus en Barnabas dan ook duidelijk dat ze zich nu tot de heidenen keren. Paulus gebruikt hier een tekst uit Jesaja 49:6, waar de Heer zegt ‘Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot het uiterste van de aarde’.
Aanleiding van de vergadering (vers 1-5)
God zegende de prediking van Paulus en Barnabas. Er kwamen veel heidenen tot geloof in Antiochië en de christelijke gemeente bestond uit Joden en heidenen. De vraag ontstond of deze heidenen zich moesten laten besnijden en aan de wet van Mozes moesten houden, om tot het volk van God te behoren. Paulus en Barnabas verzetten zich tegen de Joden die dit dachten, want het verzoeningswerk van Christus staat op het spel. De vraag moet voorgelegd worden aan de apostelen en oudsten in Jeruzalem en ze reizen daar naartoe. Er moest een formeel besluit worden genomen door de moederkerk in Jeruzalem, om een breuk te voorkomen.
Petrus verdedigt Paulus (vers 6-11)
Petrus sprak als eerste op de vergadering in Jeruzalem en hij verdedigt Paulus’ zending onder de heidenen. Petrus geeft een getuigenis en zegt dat hij zelf de Heilige Geest op de heidenen heeft zien neerdalen. Lang geleden, in het huis van Cornelius hebben de heidenen het evangelie al gehoord uit zijn mond. Dat was wel 10 jaar voor deze vergadering.
God heeft geen onderscheid gemaakt tussen Joden en heidenen en hun hart door het geloof gereinigd. Dan kan het juk, de last van de wet, die de Joden zelf ook niet kunnen dragen, ook niet op de schouders van de heidenen worden gelegd.
Paulus en Barnabas aan het woord (vers 12)
Paulus en Barnabas vertellen wat voor grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen had gedaan en de mensen luisterden.
Jacobus stelt een oplossing voor (vers 13-21)
Jacobus was een broer van Jezus en leider van de kerk in Jeruzalem. Hij vat de woorden van Petrus samen en constateert dat dit in overeenstemming is met de Schrift. Hij citeert Amos 9:11-12 en laat zien dat het altijd al Gods plan is geweest een volk te vormen uit christenen uit de Joden en de heidenen.
Dan komt Jacobus met een compromis/oplossing. Doorslaggevend is dat redding niet voorkomt uit het houden van Gods geboden, maar uit genade. Jacobus was het met Petrus eens dat men het de heidenen niet lastig moet maken met rituele wetten. Maar de christenen uit de heidenen en de christenen uit de Joden zaten in één gemeente en hadden dus veel contact met elkaar. Daarom werd van de christenen uit de heidenen gevraagd om vier regels te respecteren. Drie regels hadden te maken met belangrijke voedselwetten van de Joden. Zo kunnen ze toch samen een gemeente vormen en samen eten. Iets wat heel belangrijk was.
- Ze mogen geen voedsel eten dat aan afgoden geofferd is.
- Ze mogen niets eten waar bloed in zit.
- Ze mogen alleen vlees eten van dieren die op de goede manier geslacht zijn.
- En ze mogen geen verboden seks hebben.
Brief naar Antiochië na de vergadering (vers 22-35)
Toen de hele vergadering akkoord was met het voorstel van Jacobus, werd er een brief gemaakt om de gemeente in Antiochië te informeren. De brief was ook bedoeld voor de andere gemeenten in Syrië en Cilicië. De gemeente in Antiochië verblijdde zich over de bemoediging.
Conflicten en de gemeente
Lucas benadrukt een aantal keren dat er ‘grote onenigheid’, ‘felle woordenstrijd’ en ‘hevige woordenstrijd’ plaatsvindt. Lucas beschrijft een conflict en debat als een mogelijke en legale manier om Gods wil over dit strijdpunt te ontdekken.
Vergadering in het bijzijn van de gemeente
En heel de menigte zweeg, en zij hoorden Barnabas en Paulus vertellen wat voor grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.
Handelingen 15:12 HSV
Toen dacht het de apostelen en de ouderlingen met heel de gemeente goed, [enige] mannen uit hun midden te kiezen en met Paulus en Barnabas mee te sturen naar Antiochië: Judas, ook Barsabas geheten, en Silas, leidinggevende mannen onder de broeders.
Handelingen 15:22 HSV
Uit vers 12 en vers 22 valt af te leiden dat de vergadering niet achter gesloten deuren werd gehouden in de besloten kring van apostelen en oudsten, maar in tegenwoordigheid van de hele gemeente. De oudsten en apostelen hadden de leiding over de vergadering, maar de hele gemeente was samengekomen en betuigde ook haar instemming.
Het besluit om een brief te sturen en naar Antiochië te gaan wordt niet alleen door de leiders genomen, maar samen met de hele vergadering. ‘Het scheen de apostelen … goed toe’ wil zeggen ‘de apostelen … besloten’. Het besluit wordt niet door de leiders (apostelen en oudsten) alleen genomen, maar ‘samen met de gehele vergadering’. Het woord ekklēsia kan zowel ‘gemeente’ als ‘vergadering, menigte’ betekenen. In dit vers overlappen de beide betekenissen elkaar (vgl. vs.12).
StudieBijbel Online.
Bijbelonderzoek
Uit dit Handelingen 15:7 blijkt dat deze belangrijke theologische kwestie in het begin van de geschiedenis van de gemeente niet werd opgelost door een plotselinge profetische openbaring, maar door zorgvuldig overleg en bedachtzame redeneringen vanuit de Schrift (HSV-Studiebijbel).
En toen daarover een heftige woordenstrijd ontstond, stond Petrus op en zei tegen hen: Mannenbroeders, u weet dat God lang geleden onder ons mij uitgekozen heeft, zodat de heidenen uit mijn mond het woord van het Evangelie zouden horen, en zouden geloven.
Handelingen 15:7 HSV
Jacobus stemt (vers 19) met de woorden van Petrus in, omdat die in overeenstemming zijn met de Schrift. Hij geeft zijn persoonlijke mening die door de hele vergadering wordt overgenomen.
De leiding van de Heilige Geest
De apostelen zijn zich ook goed bewust van de leiding van de Heilige Geest in het besluit dat zij genomen hebben. ‘De Heilige Geest en wij hebben besloten’ geeft aan dat de apostelen zich in hun besluitvorming van Hem afhankelijk weten en het maakt duidelijk dat de Heilige Geest door menselijke instanties wil heenwerken en met de mens samenwerkt.