Indeling van de Romeinen-brief
De brief van Paulus aan de Romeinen kan ingedeeld worden in vier gedeeltes en dit is het derde gedeelte. Het gaat over de spanningen die er waren in de gemeente van Rome tussen Joden en heidenen.
- Romeinen 1-4 Het evangelie/zonde/geloof
- Romeinen 5-8 Hoop als gevolg van de rechtvaardiging door geloof
- Romeinen 9-11 Het evangelie vervult Gods belofte aan Israël
- Romeinen 12-16 Het evangelie brengt eenheid in de kerk
Crosspaint – Romans 9-11 in a Nutshell – Israel & The Church
Romeinen 9 – 11
Centraal in deze hoofdstukken staat het ongeloof in Jezus van de meeste Israëlieten. Ze zijn een vervolg op de eerste acht hoofdstukken, over de relatie en spanningen tussen Joden en niet-Joden. Er zijn vragen uit eerdere hoofdstukken die nog uitgelegd moeten worden door Paulus.
Droefheid over het ongeloof van Israël (9:1-5)
Paulus is verdrietig omdat de meerderheid van zijn Joodse volksgenoten niet in Jezus geloven en niet zijn gered.
God is soeverein en trouw (9:6-29)
Hier behandelt Paulus de vraag uit Romeinen 3:2-3
In de eerste plaats zijn het de Joden aan wie God zijn woord heeft toevertrouwd. Maar wat is daarvan de zin? Wanneer sommigen van hen God ontrouw zijn geworden, zal dat dan geen einde maken aan Gods trouw? (NVB).
Paulus legt uit dat God zijn verbond niet heeft gebroken. God kiest, ongeacht je afstamming. Het hangt ook niet af van je werken, bijvoorbeeld Jacob is gekozen en Ezau niet.
God is soeverein, Hij mag kiezen wie Hij wil en verwerpen wie Hij wil. Als God voor sommigen barmhartig is en Zich over hen ontfermt, is Hij genadig.
Maar nu zult u vragen: ‘Waarom roept God ons dan nog ter verantwoording? Niemand gaat toch in tegen zijn wil?’ (Romeinen 9:19 NBV).
Paulus antwoordt op deze vraag:
- De mensen hebben wel een eigen wil. In de geschiedenis van Israël is dat steeds het geval geweest.
- God geeft hen toch steeds weer een kans en een deel van het volk wordt gered.
- God nam ook de heidenen op in Zijn verbond.
Israël wijst Gods heilsbeloften af (9:30-10:13)
Paulus zet rechtvaardigheid op grond van geloof tegenover rechtvaardigheid door de wet. Zo maakt hij duidelijk dat de Messias de hoeksteen is, waarop je je vertrouwen kunt vestigen tot redding, maar tegelijk is de Messias een steen waaraan je je kunt stoten, zodat je struikelt. Veel Joden zijn over een steen gestruikeld door te vertrouwen op het houden van de wet, terwijl de wet alleen zijn doel vindt in Christus.
Paulus schrijft over het verschil tussen Gods gerechtigheid en eigen gerechtigheid. De mensen die proberen de wet te houden, ontbreekt het niet aan toewijding, maar aan inzicht. Door te vertrouwen op eigen werken versperren ze voor zichzelf de toegang tot de gerechtigheid in Christus die God biedt.
Kon Israël dit alles wel weten? (10:14-21)
De volgende vier retorische vragen stelt Paulus, die duidelijkheid moeten geven over wie er nu verantwoordelijk is voor het niet behouden zijn van de Joden:
Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven?
En hoe kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord?
En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt?
En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?
(Romeinen 1:14-15 NBV)
Als antwoord citeert Paulus deze teksten:
Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ (Jesaja 52:7 NBV)
Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? (Jesaja 53:1 NVB)
Over heel de aarde gaat hun stem, tot aan het einde van de wereld hun taal. Daar heeft hij een tent opgeslagen voor de zon (Psalm 19:5 NBV)
Ze tergden mij met wat geen god is en daagden mij uit met hun nietige afgoden. Daarom terg ik hen met wat geen volk is, ik daag hen uit met een volk zonder verstand (Deuteronomium 32:21 NBV)
Al vragen zij niet naar mij, toch laat ik me raadplegen, en al zoeken ze mij niet, toch laat ik me vinden. Al roept dit volk mijn naam niet aan, toch antwoord ik: ‘Hier ben ik, hier ben ik.’ Heel de dag sta ik met uitgestoken handen tegenover een opstandig volk, dat op de verkeerde weg is en zijn eigen ingevingen volgt (Jesaja 65:1-2 NBV)
De boodschap heeft dus overal geklonken, zelfs tot bij de heidenen, maar het volk Israël heeft de verkondiging niet aangenomen.
Romeinen 10:15
Heeft God Zijn volk verstoten? (11:1-32)
Dan is nu mijn vraag: heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet. Ik ben immers zelf een Israëliet, een nakomeling van Abraham, afkomstig uit de stam Benjamin (Romeinen 11:1 NBV)
God heeft Zijn volk niet verstoten. Paulus is daar zelf het levende bewijs van. En in de tijd van Elia, toen leek of er niemand nog in God geloofde, werd ook een klein deel gered. Israël streefde naar rechtvaardiging/gerechtigheid, maar heeft dat niet bereikt, omdat ze uitgingen van hun eigen goede werken. Redding door Jezus wilden ze niet. Daarom werd een groot deel van het volk onbereikbaar voor Gods openbaring van Jezus als de Messias.
Maar nu vraag ik weer: ze zijn toch niet gestruikeld om ten val te komen? Dat in geen geval, maar door hun overtreding konden de heidenen worden gered en daarop moesten zij afgunstig worden. Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een rijke gave voor de heidenen, hoeveel rijker zal dan de gave zijn wanneer zij zich allen hebben bekeerd (Romeinen 10:11-12 NBV)
De tijdelijke verharding van Israël hoorde bij het heilsplan van God. Het doel was de heidenen een kans geven om gered te worden en de Joden jaloers maken op de heidenen die werden gered. Het uiteindelijke doel was om zowel heidenen als Joden te redden.
Metafoor van de olijfboom
Paulus gebruikt in vanaf vers 13 de metafoor van een olijfboom. Hij ziet dat de heidenchristenen denken dat ze de Joden vervangen. Een nederige houding pas hen, want zij zijn takken, afhankelijk van snoeien en planten. Ze zijn verantwoordelijk om vrucht te dragen.
Israël staat voor de takken van de edele olijfboom. Daar kunnen de takken uit weggebroken worden om scheuten van een wilde olijfboom (niet-Joden) erop te enten. De takken komen uit de wortel (de aartsvaders Abraham, Isaäk en Jakob) en ontvangen hun levenssappen uit de wortel van de boom. Als de wortel heilig is, zal zij die heiligheid doorgeven aan de takken (Israël). Voor God kan het nageslacht van Abraham, Isaäk en Jakob dus nooit definitief verwerpelijk zijn.
De gewoonte in de landbouw was om takken van de edele olijf op een wilde stam te zetten. Precies andersom dus. Hiermee benadrukt Paulus opnieuw dat het ‘een wonder van genade’ is, dat de heidenen ook in Gods verbond worden opgenomen.
Het goddelijk geheim (11:25-32)
Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen zijn toegetreden. Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. (Romeinen 11:25-26 NVB)
De woorden ‘heel Israël zal worden gered’ worden op verschillende manieren uitgelegd:
- Het hele lichaam van Christus, bestaande uit christenen uit Joden en heidenen.
- Het natuurlijke volk, omdat het in de context ook gaat om het natuurlijk volk Israël. Het kan dan gaan over een groot gedeelte van de in de toekomst leven Joden, of om Joden uit verleden en toekomst (allen).
Er is nog veel meer over te schrijven natuurlijk. Misschien doe ik dat later nog een keer, als ik mijzelf er meer in heb verdiept.
Paulus’ samenvatting van Romeinen 9-11
Paulus begon dit gedeelte met een lofprijzing in Romeinen 9:4-5 en eindigt met een lofprijzing:
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem [zij] de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen (Romeinen 11:33-36 HSV).
Opwekking 144 – Want uit Hem (11:36)
Literatuur
Deze blog of samenvatting van Romeinen 9-11 heb ik gemaakt met hulp van:
- StudieBijbel online
- StudieBijbel in Herziene Statenvertaling
- Rondreis door de Bijbel
- In Ontmoeting met het Nieuwe Testament
- Sleutels tot de Bijbel – David Pawson
- Kennismaking met het Nieuwe Testament – Stephen Motyer
- De Bijbel voor iedereen – Age Romkes & Pieter Siebesma
- Samenvatting ETS
- PowerPoint ETS
- ETS online
- Folder-ETS-2019-2020