Achtergrond
Het woord van de HEERE dat gekomen is tot Joël, de zoon van Pethuel.
Joël 1:1 HSV
We weten weinig van de profeet Joël, alleen de naam van zijn vader, Pethuel. Zijn naam betekent de Heer (Jahweh) is God. De naam van zijn vader, Pethuel betekent visie van God. Uit de tekst is af te leiden dat hij woont in Juda.
De schatting over de tijd wanneer het boek is geschreven is van 850 (voor de ballingschap) tot 400 voor Christus (na de ballingschap). Veel uit het boek Joël komt overeen met wat staat in Amos, Jesaja, Micha, Nahum, Sefanja, Ezechiël en Habakuk. Wanneer het boek Joël rond 850 is geschreven citeren deze profeten uit Joël. Wanneer het rond 400 is geschreven is het andersom en citeert Joël uit deze andere profeten.
BijbelProject
Indeling van het boek
Het boek Joël bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft de sprinkhanenplaag, de dreiging van de dag van de Heer en een oproep tot bekering. Het tweede deel is de belofte van herstel van het land en uitstorting van Gods Geest.
Joël 1 tot 2:17 📜 Oordeel en oproep tot bekering
Sprinkhanenplaag
Wat de jonge sprinkhaan overliet, at de veldsprinkhaan op; wat de veldsprinkhaan overliet, at de treksprinkhaan op; en wat de treksprinkhaan overliet, at de zwermsprinkhaan op.
Wat de knaagbek overliet vrat de sprinkhaan op, wat de sprinkhaan overliet vrat de langpoot op,- en wat de langpoot overliet vrat de kaalvreter op.
Joël 1:4 HSV/NaB
Het eerste hoofdstuk gaat over een grote ramp van de sprinkhanenplaag die heeft plaatsgevonden en niet vergeten mag worden en de gevolgen ervan. De sprinkhanen worden steeds groter en eten het hele land kaal. Ze groeien snel en in elk stadium zijn ze onverzadigbaar. In de NBV wordt gesproken over de 1e, 2e, 3e en 4e sprinkhaan. In de HSV en de NaB wordt de sprinkhaan met steeds andere woorden omschreven.
De priesters moeten een tijd van vasten afkondigen. Joël ziet de sprinkhanenplaag als waarschuwing voor de dag van de Heer en oproep voor het volk om tot inkeer te komen.
Profetisch, de dag van de Heer
Ook nu echter, spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij met heel uw hart, namelijk met vasten, met geween en met rouwklacht. En scheur uw hart en niet uw kleren. Bekeer u tot de HEERE, uw God, want Hij is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid, en Hij heeft berouw over het kwaad.
Joël 2:12-13 HSV
Het volk ging door met zondigen. Joël beschrijft de tweede ramp, een leger van duizenden soldaten die alles verwoesten, nog erger dan de sprinkhanen. Het kan dat Joël hier de Assyriërs of de Babyloniërs bedoelt.
Voor de tweede keer roept Joël het volk op tot berouw en bekering, wie weet keert de Heer Zich om en zal Hij hen zegenen. God vraagt om echt gemeend berouw, om het scheuren van het hart in plaats van het scheuren van hun kleding. God kijkt naar het hart van mensen, of ze Hem liefhebben.
Joël 2:18 tot 4:21 📜 Het antwoord van de Heer
Hier begint het tweede deel van het bijbelboek, wat ineens anders is dan het eerste deel. De Heer komt hier niet met oordeel, maar bevrijdt het volk van de vijanden. God beloofde dat het land zou herstellen van de sprinkhanenplaag, maar Hij beloofde ook een geestelijk herstel.
Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien.
Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten.
Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen.
De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.
Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.Joël 2:28-32 HSV
Dit is een grote en bekende belofte in het boek Joël, dat God Zijn Geest zal uitstorten op alle mensen. ‘Daarna’ geeft aan dat het een reactie is op de ellende van het volk. Met alle mensen wordt dan bedoelt iedereen die tot het volk Israël behoort. Maar Joël zegt ook dat deze belofte is voor iedereen die de naam van de Heer zal aanroepen. Petrus noemt deze woorden na de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag, als hij de menigte Joden toespreekt.
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, [dat] Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen.
Handelingen 2:17 HSV
Opwekking 522 – Er komt een tijd van grote opwekking
Gods oordeel over de vijanden
Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld.
Joël 3:1-2 HSV
Hier gaat het over het oordeel van de vijanden van het volk. God zal iedereen en elk land straffen die tegen Hem en Zijn volk heeft gezondigd. Hij zal hen bijeenbrengen in het dal van Josafat.
Herstel voor Israël
De HEERE zal vanaf Sion brullen [als een leeuw], vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken, zodat hemel en aarde zullen beven. Maar de HEERE is een toevlucht voor Zijn volk en een vesting voor de Israëlieten. Joël 4:16 HSV
(Joël 4:16 HSV)
Het boek Joël eindigt met de beloften voor Juda en Jeruzalem. Er bestaan verschillende meningen over de vraag of we deze beloften letterlijk of geestelijk moeten zien. Krijgt Israël letterlijk het land terug dat God beloofd heeft, of zijn het geestelijke zegeningen voor de Kerk die dan wordt gezien als het nieuwe Israël?
De dag van de Heer
Vijf keer de dag van de Heer in Joël (HSV):
- 1:15 “Ach, die dag! Ja, de dag van de HEERE is nabij, en hij zal komen als een verwoesting van de Almachtige.”
- 2:1 “Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van de HEERE komt, ja, is nabij!”
- 2:11 “En de HEERE laat Zijn stem klinken voor Zijn leger uit, want Zijn leger is zeer groot, ja, machtig is Hij, Die Zijn woord ten uitvoer brengt. Groot is immers de dag van de HEERE en zeer ontzagwekkend. Wie zal hem kunnen verdragen?”
- 3:4 “De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.”
- 4:14 “Menigten, menigten in het dal van de dorsslede, want de dag van de HEERE is nabij in het dal van de dorsslede.”
De dag van de Heer of letterlijk jom JHWH is het thema van het boek Joël en wordt vijf keer genoemd, terwijl het een klein boek is. In het Oude Testament wordt de dag van de Heer nog 13 keer genoemd en daarnaast nog in andere bewoordingen en ook in het Nieuwe Testament gaat het over de dag van de Heer.
De dag van de Heer gaat altijd over het ingrijpen van God als het gaat over Zijn heilsplan. Zo zijn de zondvloed, de verstrooiing na Babel, de verwoesting van Sodom en Gomorra, de ballingschap in Babel, de historische sprinkhanenplaag waarover Joël spreekt, de kruisiging en opstanding van Christus zijn ook ‘dagen van de Heer’. Ze verwijzen naar dé dag van de Heer.