INHOUDSOPGAVE
Vervolg
De boeken 1 en 2 Samuel zijn eigenlijk één boek. 2 Samuel begint met David die rouwt over de dood van Saul en zijn zoon Jonathan. Dan wordt David koning.
David was dertig jaar toen hij koning werd en hij regeerde veertig jaar:
2 Samuel 5:4-5 NBV21
vanuit Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda en vanuit Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar over heel Israël en Juda.
Indeling
Er zijn meerdere indelingen mogelijk van 2 Samuel. Deze twee vind ik beide duidelijk. De eerste maakt onderscheidt tussen David, koning over Juda/Israël en bij de tweede is de zonde van David met Bathseba een volgend deel.
2 Samuel 1 – 4 | David, koning over Juda |
2 Samuel 5 – 20 | David, koning over Israël |
2 Samuel 21 – 24 | Aanvullende verhalen |
2 Samuel 1 – 10 | David wordt een machtige koning |
2 Samuel 11 – 20 | Davids zonde en de gevolgen |
2 Samuel 21 – 24 | Aanvullende verhalen. |
David, koning over Juda 📜 2 Samuel 1 – 4
David woont nog in het Filistijnse Siklag, als Saul sterft. Hij vraagt de Heer: ‘Zal ik naar Juda gaan?’ en als hij toestemming krijgt gaat hij terug. Hij werd koning over Juda en Sauls zoon Isboset werd koning over Israël. Er ontstaat een burgeroorlog en de strijd wordt gevoerd tussen de legeraanvoerders van beide rijken: Abner en Joab. Na de dood van Isboset werd David koning over heel Israël.
David, koning over heel Israël 📜 2 Samuel 5 – 20
David ging in de bergvesting wonen en noemde deze de Davidsburcht. Hij breidde de vesting rondom uit, tot aan het Millobolwerk.
2 Samuel 5:9-10 NBV21
In de loop der tijd werd David steeds machtiger, want de HEER, de God van de hemelse machten, stond hem terzijde.
David werd steeds machtiger, omdat de Heer hem terzijde stond. Hij verslaat de Fillistijnen en brengt de ark terug naar Jeruzalem en hij bouwt een paleis voor zichzelf.
Gods belofte aan David
Dan wil David een tempel bouwen, een huis voor God. De profeet Nathan vindt het goed, maar dan laat God weten dat niet ‘David Hem een huis bouwt, maar Hij David.’ God heeft nooit om een tempel gevraagd in al de tijd dat Hij met het volk mee trok. Salomo, de zoon van David, mag de tempel bouwen voor God. God belooft David dat zijn koningshuis voor eeuwig zal bestaan, er zal altijd een afstammeling van hem op de troon zitten. In de boeken 1 en 2 Koningen wordt deze belofte aan David meerdere keren genoemd.
Ik heb je bijgestaan in alles wat je ondernam, Ik heb al je vijanden voor je uitgeschakeld. Nu zal Ik je naam vestigen als een van de groten der aarde.
2 Samuel 7:9-16 NBV21
Ik zal aan mijn volk Israël een gebied toewijzen. Daar zal Ik het planten en daar kan het onbevreesd wonen. Het zal niet langer door misdadige volken onderdrukt worden, zoals toen het er pas woonde en Ik rechters over mijn volk Israël had aangesteld. Jou zal Ik rust geven door je van je vijanden te verlossen. De HEER zegt je dat Hij voor jou een huis zal bouwen: Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal Ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken.
Hij zal een huis bouwen voor mijn naam, en Ik zal ervoor zorgen dat zijn koninklijke troon nooit wankelt.
Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor Mij een zoon: als hij zondigt, zal Ik hem kastijden met stok- en zweepslagen, zoals een vader doet, maar hij zal nooit bij Mij uit de gunst raken zoals Saul, die Ik verstootte omwille van jou.
Jou stel Ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.”’
David en Bathseba
In hoofdstuk 11 gaat het mis met David. Hij stuurde het leger eropuit om de Ammonieten te verslaan, maar zelf blijft hij thuis in Jeruzalem. David pleegt overspel met Bathseba en vermoord haar man, Uria. God stuurt de profeet Natan naar David en confronteert hem. David belijdt dat hij gezondigd heeft tegenover de Heer. De profeet Natan geeft aan dat hij niet zal sterven. Dit is een bijzondere genade van God, want volgens de wet van Mozes stonden op overspel met een getrouwde vrouw en op moord, de doodstraf.
De gevolgen van de zonde van David zijn groot, voor hemzelf, zijn gezin en voor het volk Israël. De zoon van hem en Bathseba sterft. Zijn zoon Amnon verkracht zijn halfzus Tamar. Amnon wordt hierom vermoordt door Absalom. David moet vluchten voor Absalom. Absalom sterft tijdens een veldslag en 20.000 Israëlieten komen om in de strijd.
Aanvullende verhalen 📜 2 Samuel 21 – 24
De verhalen in hoofdstuk 21 tot 24 zijn niet chronologisch, maar er zit wel een bepaalde structuur in.
A hongersnood door zonde van Saul (21:1-14)
B overwinningen op vijanden (21:15-22)
C danklied van David (22)
C laatste woorden van David (23:1-7)
B overwinningen op vijanden en Davids helden (23:8-39)
A verhaal van de pest, door fout van David (24)
Het danklied en de laatste woorden van David (C) verwijzen naar Gods verbond met David en zijn nageslacht.
Hij schenkt zijn koning grote overwinningen, betoont zich trouw aan zijn gezalfde, aan David en zijn nageslacht, voor altijd.’
2 Samuel 22:51 NBV21
Zo, met Gods hulp, is ook mijn koningshuis, want een eeuwig verbond heeft Hij met mij gesloten, nauwkeurig opgesteld en onverbrekelijk. Op zijn hulp kan ik me verlaten, wat mij dierbaar is laat Hij gedijen.
2 Samuel 23:5 NBV21
Bible Project – 2 Samuel
Bronnen
- StudieBijbel Online
- StudieBijbel in Herziene Statenvertaling
- Evangelisch College│Rondreis door de Bijbel’
- Bill t. Arnold│In ontmoeting met het Oude Testament
- David Pawson│Sleutels tot de Bijbel’ van David Pawson
- Samenvatting ETS 2019-2020 | Leerjaar 2 | Oude Testament | Les 2
- EC-Theologie│Module ‘Historische Boeken’