1 Samuel

samuel

In 1 en 2 Samuel wordt de overgang beschreven van de richters naar koningen. Het volk Israël werd bestuurd door richters, maar ze wilden een koning. Hier is meer te lezen over de achtergrond van 1 en 2 Samuel.

DeelHoofdpersonenInhoud
11 Samuel 1 – 7Samuel– Samuels opkomst als profeet
– Het verhaal van de ark
– De Filistijnen verslagen
21 Samuel 8 – 15Saul en SamuelSaul wordt koning
31 Samuel 16 – 31David en SaulDe opkomst van David en de ondergang van Saul

Samuels geboorte was bijzonder. Zijn moeder beloofde de Heer dat als zij een zoon zou krijgen, hij aan de Heer toegewijd zou zijn en hij zou een Nazireeër zijn. Ze brengt Samuel als hij drie jaar is naar de hogepriester Eli en zo groeit Samuel op in de tabernakel. Hij zag daar de priesters en Levieten aan het werk, dus ook het wangedrag van de zonen van Eli en hij kon er de wet van God lezen.

De jonge Samuel diende de HEER, en droeg daarbij een linnen priesterhemd.

1 Samuel 2:18 NBV21

Als Hanna haar zoon Samuel bij Eli had gebracht zingt ze een lied, een lofzang voor de Here God. In deze lofzang zijn drie thema’s te lezen die in de rest van het boek terugkomen: de soevereiniteit en almachtig van God, het omkeren van het geluk van de mens en het thema van het Koningschap. Het tweede thema is ook te lezen in de lofzang van Maria: ‘God vernedert de hoogmoedige en verhoogt de vernederde.’

en Hanna bad:

‘Nu juicht mijn hart dankzij de HEER, fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de HEER, mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden, want dankzij uw hulp beleef ik vreugde.
Geen is er heilig als de HEER, er is geen andere god dan U, geen rots is er als onze God.
Gebruik toch geen grote woorden, blaas niet zo hoog van de toren, want de HEER is een alwetende God: door Hem worden onze daden gewogen.
De boog van de helden is gebroken, maar wie wankelen weten zich gesterkt.
Wie genoeg hadden, verkopen zich voor brood, maar wie hongeren worden verzadigd. De onvruchtbare baart zeven zonen, maar wie veel kinderen heeft, verwelkt.
De HEER doet sterven en doet leven, voert naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog.
De HEER maakt arm en Hij maakt rijk, vernedert diep en heft hoog op.
Hij verheft uit het stof wie berooid is, uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert. Hij laat hen wonen bij hooggeplaatsten, Hij houdt een ereplaats voor hen vrij. Van de HEER zijn de pijlers der aarde waarop Hij de wereld heeft vastgezet.
Wie Hem trouw zijn, behoedt Hij op hun pad, maar de zondaars komen om in het duister. Ontoereikend is de menselijke kracht:
wie het opnemen tegen de HEER worden gebroken, vanuit de hemel klinkt zijn donder tegen hen. De HEER spreekt recht over heel de aarde, Hij geeft macht aan de koning die Hij kiest en verhoogt het aanzien van zijn gezalfde.’

1 Samuel 2:1-10 NBV21

Maria zei:

‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam.
Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’

Lukas 1:46-55 NBV21

Samuël diende de Heer in de tabernakel, hij werd profeet en bleef tot het einde van zijn leven richter over het hele land.

Samuel is oud en stelde zijn twee zonen aan tot richters over Israel. Maar zijn zonen ‘volgden het voorbeeld van hun vader niet na: ze waren op eigen voordeel uit, namen steekpenningen aan en verdraaiden het recht‘. In plaats van deze zonen af te zetten als rechters, vroeg het volk Israël aan Samuel een koning. Ze wilden een koning, net als hun buurvolken. Samuel voelde zich in eerste instantie afgewezen, totdat God hem eraan herinnert dat ze niet Samuel, maar God als Koning afwijzen. Ze wilden een aardse koning, net zoals de andere volken. Samuel was er tegen. God staat het toe, maar wel onder de voorwaarde dat de koning en het volk zich houden aan zijn wet. In Deuteronomium 17 wordt al gesuggereerd dat het volk, wanneer ze in het beloofde land zijn een koning wil, met daarbij de volgende regels voor een koning:

  • Hij mag niet veel paarden bezitten. Omdat deze vooral in Egypte gefokt worden, zouden de Israëlieten weer terug moeten gaan naar het land waaruit ze bevrijd zijn.
  • Hij mag niet veel vrouwen hebben, want dat zou hem tot afgodendienst kunnen verleiden.
  • Hij moet de wet van God kennen en er naar leven en zich niet verbeelden méér te zijn dan zijn volksgenoten

Dus: heb ontzag voor de HEER en dien Hem oprecht, met heel uw hart. U hebt immers zelf ervaren welke grootse daden Hij voor u heeft verricht.
Maar als u volhardt in het kwaad, zullen u en uw koning te gronde gaan.’

1 Samuel 12:24-25 NBV21

Samuel zalfde Saul, uit de stam van Benjamin tot koning. Hij trekt zich terug als richter, maar blijft wel profeet en hij blijft bidden voor het volk. Saul begint goed, door de Ammonieten te verslaan bij de stad Jabes, maar dan gaat hij al snel twee keer de fout in (hoofdstuk 13 en 15). Eerst verspeelt hij de gunst van Samuel, door niet te doen wat God had gezegd. De tweede keer zegt God tegen Samuel: ‘Ik betreur het dat Ik Saul koning heb gemaakt, want hij heeft Mij de rug toegekeerd en doet niet wat Ik hem heb opgedragen’. We lezen dan dat Saul door God verworpen wordt als koning (niet als mens).

Saul bleek niet de juiste koning te zijn en God geeft dan Samuel de opdracht iemand te zalven, een van de zonen van Isaï. David wordt in het geheim gezalfd en wordt voorbereid op het koningschap. Met Saul gaat het steeds minder goed, de geest van de Heer had hem verlaten en in plaats daarvan werd hij gekweld door een kade geest die hem depressief, onberekenbaar en gewelddadig maakte.

Een verschil tussen Saul en David is dat Saul David wilde doden, maar David het leven van Saul spaarde, ook toen hij de kans had om hem te doden.

Saul wilde David doden:

9 En weer werd Saul gekweld door een kwade geest van de HEER. Hij zat thuis, zijn speer in de hand, terwijl David muziek voor hem maakte.
10 Weer probeerde hij David met zijn speer aan de muur te spiesen, maar weer kon David hem ontwijken en boorde de speer zich in de muur. David vluchtte weg en zocht nog diezelfde nacht een veilig heenkomen.

15 Toen stuurde Saul hen opnieuw naar Davids huis om zich er met eigen ogen van te overtuigen dat David er was, en hij droeg hun op: ‘Breng hem hier, desnoods met bed en al, zodat hij ter dood kan worden gebracht.’

19 Toen Saul hoorde dat David in het profetenhuis in Rama verbleef,
stuurde hij er mannen naartoe om hem gevangen te nemen.

1 Samuel 19 NBV21

David spaarde Sauls leven:

5 Davids mannen zeiden tegen hem: ‘Dit is je kans! Dit is het moment waar de HEER op doelde toen Hij zei: “Ik zal je vijand aan je uitleveren; je kunt met hem doen wat je goeddunkt.”’ David stond op en sneed stilletjes een reep van Sauls mantel af.
6 Zijn hart bonsde ervan,
7 en hij zei tegen zijn mannen: ‘De HEER verhoede dat ik mijn koning, de gezalfde van de HEER, iets zou aandoen en mijn hand tegen hem zou opheffen. Hij is immers door de HEER zelf als koning aangewezen.’

1 Samuel 24 NBV21

8 ‘Vandaag heeft God je vijand aan je uitgeleverd,’ zei Abisai tegen David. ‘Laat mij hem met zijn eigen speer aan de grond nagelen. Eén gerichte stoot en het is met hem gedaan.’
9 ‘Nee, dood hem niet,’ antwoordde David. ‘Niemand heft ongestraft zijn hand op tegen de gezalfde van de HEER.
10 Zo waar de HEER leeft, Hijzelf zal Saul treffen: hetzij doordat hij een natuurlijke dood sterft wanneer zijn tijd gekomen is, hetzij doordat hij ten oorlog trekt en sneuvelt.
11 De HEER verhoede dat ik mijn hand ophef tegen zijn gezalfde! Kom, pak de speer daar bij zijn hoofdeind, en de waterkruik, dan gaan we.’

1 Samuel 26 NBV21

Reacties zijn welkom