De 1e brief van Johannes

1 Johannes

Schrijver en ontvangers

De schrijver van deze brief wordt niet genoemd in de brief, maar we kunnen ervan uitgaan dat hij is geschreven door de apostel Johannes. Meer over Johannes schreef ik gisteren in ‘APOSTEL & DISCIPEL JOHANNES’. In de Vroege Kerk ging men er vanuit dat de schrijver van het Johannes-evangelie en de brieven van Johannes, dezelfde persoon zijn en dat dit de discipel Johannes is. Kerkvader Iraneus beschrijft dat hij een leerling was van Polycarpus, die op zijn beurt een leerling was van Johannes.

In de brief staat ook niet aan wie hij is geschreven. Waarschijnlijk is dat aan de gemeenten in Asia, die ook in het boek Openbaring genoemd worden: Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicea.

BibleProject: 1-3 John

Indeling

Het is lastig om een indeling van de brief te maken. Het denken van Johannes verloopt in cirkels in plaats van in duidelijke lijnen. Johannes bespreekt een thema in een paar zinnen en komt er dan later steeds weer op terug. In ‘Sleutels tot de Bijbel’ van David Pawson en in de HSV-Studiebijbel vond ik wat schema’s om toch een soort van lijn te ontdekken in deze brief.

Wereld of Woord? – uit ‘Sleutels tot de Bijbel’

Met dit diagram beeld David Pawson met twee halfronden de wereld uit. De ene helft wordt geregeerd door het Woord van God (LIEFDE, LICHT, LEVEN) en de andere helft wordt geregeerd door de wereld (WETTELOOSHEID, LEUGENS, WELLUST). Johannes zegt zijn lezers dat ze moeten afstemmen op het Woord van God, dan zullen ze een ander leven leiden.

1 Johannes
Overzicht 1 Johannes uit de HSV-Studiebijbel

In dit overzicht uit de HSV-Studiebijbel is goed te zien dat Johannes steeds op een onderwerp terugkomt.

De ‘broodjes’-structuur uit ‘Sleutels tot de Bijbel’

David Pawson beschrijft ook een indeling als een ‘broodjes’-structuur. In het midden een negatief gedeelte en daaromheen 2x twee positieve gedeeltes. Hij noemt het ‘een heerlijk belegd broodje met twee keer zoveel positiefs als negatiefs’.

Dwaalleer in de gemeenten

Er waren dwaalleraren geweest in de gemeenten, die onrust hebben veroorzaakt. Johannes is al oud en kan de gemeenten niet meer bezoeken. Daarom schrijft hij deze brief, uit bezorgdheid voor zijn ‘kinderen’, om hen aan te sporen vast te blijven houden aan de waarheid over Jezus Christus. Hij wil dat de blijdschap van de lezers volkomen wordt, dat ze niet zondigen, dat ze veilig zijn (door hen te bewaren voor misleiding) en dat ze zeker zijn van hun geloof.

En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.

1 Johannes 1:4 HSV

Mijn lieve kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt.

1 Johannes 2:1a HSV

Deze dingen heb ik u geschreven met betrekking tot hen die u misleiden.

1 Johannes 2:26 HSV

Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God.

1 Johannes 5:13 HSV

Om (beter) te begrijpen wat Johannes schrijft in deze brief is het handig om te weten wat die dwaalleer inhield. Johannes schreef deze brief om de gemeenten weerbaarder te maken hiertegen.

Wie is de leugenaar anders dan hij die loochent dat Jezus de Christus is? Dat is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent.

1 Johannes 2:22 HSV

en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.

1 Johannes 4:3 HSV

De dwaalleraren leerden de Griekse filosofie en maakten een scherp onderscheid tussen geestelijk (ziel) en fysiek (lichaam) en dat had tot gevolg een scherp onderscheid tussen Jezus als God en Jezus als mens. Dit beïnvloedde de leer in de gemeente en hun gedrag. Er waren verschillende vormen dwaalleer: gnosticisme, docetisme en het Cerinthianisme. Het is niet met zekerheid te zeggen tegen welke dwaalleer Johannes waarschuwt. De bloeitijd van deze dwaalleer is in de 2e en 3e eeuw, maar in de tijd dat Johannes deze brief schrijft kunnen wel voorlopers van deze dwaalleer hebben gespeeld. Eusebius beschreef de geschiedenis van de kerk vanaf de apostelen tot zijn eigen tijd en schrijft ook over dwaalleer en dwaalleraren.

Gnosticisme

Het gnosticisme leek op veel punten op het christendom. Ze leerden dat al het lichamelijke/materiële slecht was en alleen het geestelijke goed was. Zonde had geen betekenis voor hen, omdat alleen het geestelijke belangrijk was.

Gnosis betekent kennis. Gnostici beweerden een hogere en diepere kennis te hebben van God. Niet uit de Bijbel, maar op een andere mystieke manier. Verlossing is in de gnostiek verlost worden van het lichaam, door middel van de hogere en diepere kennis.

Omdat ze het lichamelijke/materiële scheidden, maakten ze ook onder scheiden, maakten ze ook onderscheid tussen de mens Jezus en de goddelijke Jezus. .

Eusebius 4.7
Eusebius’ Kerkgeschiedenis 4.7
Docetisme

Het Griekse woord dokeo betekent schijnen of lijken. Docetisme betekent de schijn van iets hebben of verschijnen als. Het docetisme leerde dat Jezus een Goddelijk persoon was, maar niet echt mens. Het leek of jezus een lichaam had, maar dat was niet zo volgens hen. Zijn lijden was volgens het docetisme ook niet echt, maar een schijnbaar lijden.

De New Age leert ook zoiets. Zij maken de lichamelijke Jezus los van de goddelijke Jezus.

Eusebius 6.12
Eusebius’ Kerkgeschiedenis 6.12
Cerinthianisme

Cerinthius leerde dat Jezus mens was, de natuurlijk zoon van Jozef en Maria. Bij Zijn doop kwam de goddelijke Christus op Hem, in de gedaante van een duif. Bij Zijn dood verliet de duif Hem weer. Dus was het de menselijke Jezus Die stierf en werd begraven.

Eusebius 3.28
Eusebius’ Kerkgeschiedenis 3.28

1 Johannes 1:1-4 📜 Het apostolisch getuigenis over Jezus

De opening van 1 Johannes lijkt op die van het evangelie van Johannes. Hij wijst hiermee op het Christus’ bestaan van eeuwigheid lees ik in de HSV-Studiebijbel.

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

Johannes 1:1 HSV

Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens.

1 Johannes 1:1 HSV

Wel 13 keer in dit gedeelte staat ‘wij‘ of ‘ons/onze‘. Johannes en de apostelen hebben Jezus gehoord, gezien en aangeraakt en willen dit delen met de lezers van de brief.

1 Johannes 1:5 tot 2:17 📜 Wandel in het licht van God

En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.

1 Johannes 1:5 HSV

God is licht en als we met Hem leven moet er geen verborgen zonde zijn, duistere dingen moeten verdwijnen. Als we zondigen moeten we dit belijden aan God en zal Hij ons vergeven. De dwaalleraren beweerden niet te zondigen en geen vergeving nodig te hebben.

Broeders, ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat u vanaf het begin hebt gehad; dit oude gebod is het woord dat u vanaf het begin hebt gehoord.
Toch schrijf ik u een nieuw gebod, dat waar is in Hem en in u, want de duisternis gaat voorbij en het ware licht schijnt reeds.

1 Johannes 2:7-8 HSV)

Johannes heeft het over een oud en nieuw gebod. Het oude gebod komt uit het Oude Testament, de liefde voor God en de naaste. Het is tegelijkertijd een nieuw gebod wat waar is in het leven van Jezus en van de lezers van de brief.

Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem.

1 Johannes 2:15 HSV

Met wereld bedoelt Johannes altijd, de wereld die zich tegen God verzet. De liefde van de Vader geeft het verlangen om deze wereld niet lief te hebben.

1 Johannes 2:18-27 📜 De geest van de antichrist

Johannes gebruikt de tegenstelling Christus (en christen) en antichrist. De antichrist is iemand die niet gelooft dat Jezus de Christus is.

En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die [zalving] is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, [zo] moet u in Hem blijven.

1 Johannes 2:27 HSV

De dwaalleraren beweerden een hogere en diepere kennis van God te hebben ontvangen. Johannes schrijft hier aan zijn lezers dat zij die kennis niet nodig hebbben, omdat zij de zalving van God hebben ontvangen. Het Woord dat zij hebben, én de Heilige Geest, maakt hen bestand tegen dwaalleer.

1 Johannes 2:28 tot 3:10 📜 Kinderen van God

En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.

1 Johannes 3:3 HSV

Gelovigen hebben hoop op de toekomst en dit is een aanmoediging tot een heilig en rein leven, zonder zonde. Dit is een doorgaand proces, steeds opnieuw moeten we onze zonde belijden en God vergeeft steeds weer.

1 Johannes 3:11-24 📜Het kwade overwinnen door de liefde

Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar [moeten] liefhebben;

1 Johannes 3:11 HSV

Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven. Ook wij moeten voor de broeders het leven geven.

1 Johannes 3:16 HSV

De liefde staat centraal bij Johannes en is volgens hem een kenmerk van de ware gelovige. Jezus is het voorbeeld van wat liefde is. Hij gaf Zijn leven voor ons uit liefde.

1 Johannes 4:1-6 📜 Onderscheiden van geesten

Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan.

1 Johannes 4:1 HSV

Johannes geeft een test om een leraar of profeet te beoordelen. Iedereen die niet gelooft dat Jezus Christus mens is geworden, heeft de geest van de antichrist.

1 Johannes 4:7-21 📜 De liefde van God werkt liefde in ons

Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem.
Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden.
Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben.

1 Johannes 4:9-11 HSV

Gods liefde is de maatstaf voor de liefde van gelovigen. Gods liefde is een dienende en opofferende liefde.

1 Johannes 5 📜 Zekerheid van het geloof

Wie gelooft in de Zoon van God, heeft het getuigenis in zichzelf; wie God niet gelooft, heeft Hem tot leugenaar gemaakt, omdat hij niet geloofd heeft het getuigenis dat God van Zijn Zoon getuigd heeft.
En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon.

1 Johannes 5:10-11 HSV

In hoofdstuk 5 gaat het over geloof in Jezus. Wie gelooft in de Naam van de Zoon van God mag weten het eeuwige leven te hebben.

De dwaalleraren beweren bijzondere kennis te hebben, maar Johannes benoemt in vers 18-21 het zeker weten van de gelovigen:

Wij weten dat ieder die uit God geboren is, niet zondigt; maar wie uit God geboren is, bewaart zichzelf en de boze heeft geen vat op hem.
Wij weten dat wij uit God zijn en dat de hele wereld in het boze ligt.
Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.
Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. Amen.

1 Johannes 8:18-21 HSV

Opwekking 446 – Daar is kracht

Bronnen

Reacties zijn welkom